P2 Nederlands en Engels les 3

Nederlands 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning Nederlands
Jaar 1 > CE lezen en luisteren 3F
Jaar 2 >  betoog of beschouwing schrijven en uitleg OP
Jaar  3 > Operationeel plan en spreken/gesprekken voeren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Nederlands
Drogredenen

Engels
Leestekst B1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema aanvaardbaarheid en drogredenen
Aan het einde van de les:

1. weet je wat we bedoelen met de aanvaardbaarheid van argumentatie in een betogende tekst of fragment;​

2. kun je argumenten in een tekst beoordelen op aanvaardbaarheid;​



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvaardbaarheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer vind jij een argument aanvaardbaar?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanvaardbaarheid
Waar let je op bij de beoordeling van argumentatie?​
  

1.  Feiten? 
 2. Bron betrouwbaar?;​
3. Relevant?
4. Voldoende argumenten?






Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema
Bij een argumentatieschema gaat het om het soort argument dat gebruikt wordt. 
- argument op basis van oorzaak en gevolg;
- argument op basis van kenmerk of eigenschap;
- argument op basis van voor- en nadelen;
- argument op basis van voorbeelden; 
- argument op basis van vergelijking;
- argument op basis van gezag of autoriteit. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema
Bij een argumentatieschema gaat het om het soort argument dat gebruikt wordt. 
- argument op basis van oorzaak en gevolg;
- argument op basis van kenmerk of eigenschap;
- argument op basis van voor- en nadelen;
- argument op basis van voorbeelden; 
- argument op basis van vergelijking;
- argument op basis van gezag of autoriteit. 

Slide 9 - Tekstslide

Dit is examenstof!
Drogredenen deel 1

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een drogreden?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Een drogreden is een reden of redenering die aannemelijk lijkt, maar het niet is. 

Wanneer spreken we van een drogreden?​
1) Onjuist gebruik van een argumentatieschema (vandaag). ​
2) Overtreding van een discussieregel (volgende les).​







Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden 1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onjuist beroep op oorzaak- gevolg
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.​


Bijvoorbeeld: van rode bessen eten krijg je diarree. Ik heb gisteren rode bessen gegeten en nu heb ik diarree.  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd, terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.​


Bijvoorbeeld: ‘Die docent heeft vrolijke kleren aan, hij zal wel goed les kunnen geven.’

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Onjuist beroep op voor- en nadelen
De voordelen of nadelen van een zaak worden extra positief of negatief neergezet.​

Bijvoorbeeld: scholen zouden een uur eerder moeten beginnen, omdat zowel de leerlingen als de docenten dan langer van hun middag kunnen genieten, meer tijd hebben voor huiswerk of het nakijken van toetsen en een gezond ochtendritme ontwikkelen.​

Hier worden de nadelen niet genoemd, terwijl die er wel zijn.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Vals dilemma
Er worden twee (onaantrekkelijke) mogelijkheden gegeven, waardoor de indruk ontstaat dat er geen andere mogelijkheid is dan deze twee.​

(zwartwit denken)​

Bijvoorbeeld: ​
Wie niet voor is, is tegen



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Onjuist beroep op voorbeeld en overhaaste generalisatie
Bijvoorbeeld.
Slagers houden van poëzie: ik ken namelijk drie slagers en die schrijven alle drie gedichten in hun vrije tijd.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Onjuist beroep op vergelijking en verkeerde vergelijking

Oftewel: appels met peren vergelijken.​

Bijvoorbeeld: het is echt belachelijk dat harddrugs in Nederland nog steeds illegaal zijn. Je kunt immers wel overal sterke drank krijgen!


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Onjuist beroep op autoriteit


Bijvoorbeeld: dat is de beste visboer van Nederland, want Gerard Joling vindt dat ook.

Ronaldo is beter dan Messi, want dat zegt Van Gaal. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

English B1
Listening

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals
- Listening to fragment in English
- Understand how to approach an English fragment
- Answer questions about an English fragment. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenfragment B1

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpak luisterfragment
- Je kunt een fragment zo vaak beluisteren als je wil.
- Je mag zelf de volgorde bepalen.
- Er zijn hoofdtelefoons aanwezig.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisterfragment examen
Stap 1: Oriënteer op de titel
Stap 2: Vraag lezen
- welk antwoord is sowieso fout?
- welk antwoord kan goed zijn?
Stap 3: Fragment beluisteren
Stap 4: Vraag beantwoorden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Award-winning young chef
Luister naar het fragment uit het voorbeeldexamen B1 2021-2022.

Stap 1: vraag lezen > wat denk je?
Stap 2: fragment beluisteren
Stap 3: vraag beantwoorden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft hij hiermee aan?
A
She creates things that make people happy.
B
She gets happy from working with the people in the industry.
C
She is happy to be part of the food business.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
She did not think it could be fun to work.
B
She did not think she could find a job.
C
She did not think she would work at a young age.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
She gives full attention to her work.
B
She has a tendency to work too hard.
C
She has to experiment more with flavours.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
when she thinks the scallops are ready to eat.
B
when te plates are ready for the table.
C
when the scallops are almost done.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
to be an examplje for other young chefs
B
to compete with other young chefs
C
to teach other young chefs

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Fast food'
Luister naar het fragment uit het voorbeeldexamen B1 2021-2022.

Stap 1: vraag lezen > wat denk je?
Stap 2: fragment beluisteren
Stap 3: vraag beantwoorden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
food that you consider good for your body.
B
mainly food that contains carbohydrates.
C
substantial portions of food.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Add a small amount of carbs to what you would usually eat.
B
Eat exactly the prescribed amount of carbs.
C
Increase your amount of carbs by as much as possible.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Make sure you get enough calories.
B
Schedule your breakfast carefully.
C
Take vitamin and protein pills.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
carb loading on a small scale.
B
consuming as little as possible.
C
keeping a positive fluid balance.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Gels and chews take about 50 minutes to digest.
B
The effect of gels and chews last for about 25 minutes.
C
Unlike chews, gels have to be consumed with water.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik doelen
- Listening to fragment in English
- Understand how to approach an English fragment
- Answer questions about an English fragment. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Argumentatie en drogredenen

Spelling 
- persoonsvorm

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies