lezen 4.3
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het tekstdoel informeren is:
A
Iets samenvatten
B
Je krijgt informatie over iets uit de werkelijkheid
Slide 2 - Quizvraag
Het tekstdoel amuseren heeft als doel:
A
Om de lezer te laten ontspannen
B
Om een nieuwsbericht voor te lezen
Slide 3 - Quizvraag
Een instructie herken je aan:
A
Een uitleg in stappen hoe je iets moet doen
B
De medewerker
Slide 4 - Quizvraag
Voordat Pien de deur uitgaat, geeft ze haar konijn te eten.
A
Tijdsvolgorde
B
Concluderend
Slide 5 - Quizvraag
Het laat Job koud dat hij dit jaar blijft zitten.
Waar verwijst 'dat' naar?
Waar verwijst 'dat' naar?
Slide 6 - Open vraag
Maak een zin met een tijdsvolgorde erin. Gebruik 2 signaalwoorden: 'eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte'
Slide 7 - Open vraag
Lees tekst 5 (blz 26).
Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte van de tekst? (Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?)
Slide 9 - Open vraag
Schrijf 3 vragen op die over de tekst gaan. Het antwoord moet in de tekst staan.
