2BK_2.2_Lezen_Les_4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Dit kun je al:

• je kunt de vier tekstdoelen benoemen en uitleggen wat deze betekenen;
  
• je kunt de tekstdelen van een tekst herkennen;
  
• je kunt de functies van de inleiding benoemen en herkennen;
  
• je kunt het (deel)onderwerp van een tekst benoemen;
  
• je kunt signaalwoorden van een opsomming herkennen;
  
• je kunt een informatieve tekst verkennend en nauwkeurig lezen.

Aan het einde van deze les...

• kun je de signaalwoorden van een tegenstelling herkennen;
• kun je verwijswoorden in de tekst herkennen en benoemen waar deze naar verwijzen.

Wat gaan we doen?

• Voorlezen uit 'Stiefkind' van Selma Noort.
• Kennis ophalen: tekstdoelen, signaalwoorden.
• Huiswerk nakijken: opdracht 9 tot en met 12 van paragraaf 2.2, blz. 84 - 86. 
• Terugblikken op de les(doelen).

Wat is het doel van 'Hoe verzorg je een papegaai'?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren/overhalen

Wat is het doel van 'De ijsvogel'?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren/overhalen

Wat is het doel van 'Op jacht naar de ijsvogel'?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren/overhalen

Benoem twee signaalwoorden die een opsomming aangeven.

Benoem twee signaalwoorden die een tegenstelling aangeven.

Benoem de signaalwoorden. Mijn moeder doet boodschappen. Ze koopt groenten. Daarnaast koopt ze broodbeleg. Verder koopt ze toetjes.

Benoem de opsomming. Mijn moeder doet boodschappen. Ze koopt groenten. Daarnaast koopt ze broodbeleg. Verder koopt ze toetjes.

Benoem de signaalwoorden. Mijn vader houdt niet van winkelen, maar mijn moeder vindt het heel erg leuk.

Benoem de tegenstelling. Mijn vader houdt niet van winkelen, maar mijn moeder vindt het heel erg leuk.

Ik kan de signaalwoorden van het tekstverband 'tegenstelling' herkennen en benoemen

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de signaalwoorden van het tekstverband 'opsomming' herkennen en benoemen