H8.1_Waarom de grens over?

Hoofdstuk 8
Over de grens


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 8
Over de grens


Slide 1 - Tekstslide

Nieuws..

Slide 2 - Tekstslide

H8.1: Waarom de grens over?

Programma:
  • Doorlezen paragraaf 8.1
  • Lesdoelen par. 8.1
  • Uitleg en instructie
  • Huiswerk volgende les
  • Volgende les: Herhaling/reflectie en bespreken huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen: na de les kun je.....
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland importeert.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland exporteert.
  • Je kunt met de invoerwaarde en uitvoerwaarde berekenen wat het saldo op de betalingsbalans is.
  • Je kunt berekenen hoe groot de import en export zijn in verhouding tot het nationaal inkomen.



Slide 4 - Tekstslide

Uitleg en instructie...

Slide 5 - Tekstslide

Importeren en exporteren

Slide 6 - Tekstslide

Redenen om te importeren?



  1. Sommige landen kunnen het goedkoper produceren.
  2. Bepaalde grondstoffen komen in ons land niet of nauwelijks voor.
  3. Sommige landbouwgewassen groeien niet in ons klimaat.
  4. Consumenten willen meer keus.

Slide 7 - Tekstslide

Export



= Nederlandse bedrijven verkopen producten aan het buitenland.

Goederenexport bestaat uit:
1. Goederen die in Nederland zijn gemaakt
2. Wederuitvoer

Slide 8 - Tekstslide

Wederuitvoer 
1. Alleen maar doorvoeren zonder te bewerken.
2. Levert exportinkomsten op
3. Levert werkgelegenheid op

Slide 9 - Tekstslide

Waarom wederuitvoer?
  • Logistieke positie: Nl ligt gunstig in Europa en dient vaak als doorvoerhaven
  • Tijdelijke opslag voordat ze naar de uiteindelijke bestemming gaan
  • Handel via tussenpersonen: bijvoorbeeld spullen inkopen uit Japan en tijdelijk opslaan in NL en daarna doorverkopen aan Spanje....
  • Fiscale en douanevoordelen: Soms kan het zijn dat er douanevoordelen zijn als je goederen/producten via een bepaald land gaan.

Slide 10 - Tekstslide

Betalingsbalans
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Uitvoerwaarde
Wat we in totaal met export verdienen
Invoerwaarde
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Overschot
export > import
(er komt meer geld binnen door export dan dat er via de import uit gaat)
O
Tekort
import > export
(er gaat meer geld uit door import, dan er binnenkomt door export)
T

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Maken opdrachten 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Bespreken opgave 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Maken Par. 8.1: 
Opdrachten  2 t/m 10

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Par. 8.1: Opdrachten 2 t/m 10

Slide 20 - Tekstslide

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland importeert.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland exporteert.
  • Je kunt met de invoerwaarde en uitvoerwaarde berekenen wat het saldo op de betalingsbalans is.
  • Je kunt berekenen hoe groot de import en export zijn in verhouding tot het nationaal inkomen.

Slide 21 - Tekstslide

Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen

Slide 22 - Quizvraag

Export is.........
A
Het verkopen van producten aan het buitenland
B
Het inkopen van producten aan het buitenland

Slide 23 - Quizvraag

Wat is import?
A
Het uitvoeren van goederen
B
Het samenvoegen van producten
C
Het invoeren van goederen
D
Het verspreiden van goederen

Slide 24 - Quizvraag

Voordeel van meer export is....
A
de productie stijgt
B
de productie daalt

Slide 25 - Quizvraag

Bij meer export
A
daalt de werkgelegenheid
B
stijgt de werkgelegenheid

Slide 26 - Quizvraag

De betalingsbalans is...
A
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangsten van het buitenland.
B
Is een overzicht van alle binnenlandse ontvangsten en betalingen.
C
Laat de inkomens van mensen over een heel jaar zien.
D
Geen van deze antwoorden is juist.

Slide 27 - Quizvraag

Nederland heeft altijd een overschot op de betalingsbalans. Wat gebeurt er met het saldo op de betalingsbalans als de import stijgt?
A
Daalt
B
Stijgt

Slide 28 - Quizvraag

De export naar Duitsland is 120 miljard. dat is 18% van de totale export. Bereken hoeveel miljard de totale export is
A
666,67 miljard
B
21,6 miljard
C
141,6 miljard
D
kun je hiermee niet berekenen

Slide 29 - Quizvraag

Invoer = export
A
goed
B
fout

Slide 30 - Quizvraag