9.8 Verzet tegen het kolonialisme





9.8 Verzet tegen het kolonialisme



Handboek bladzijdes 132 en 133 
Spotprent uit het blad Puck, New York. Het onderschrift luidt: Let op de Russische Beer. Satire op de politiek van Rusland eind 19de eeuw van expansie naar het zuiden. Koningin Victoria van Groot-Brittannië gaat op de loop met haar kindje India, terwijl op de achtergrond Turkije (Ottomaanse rijk) Constantinopel in veiligheid probeert te brengen en Japan zijn aanspraken op baby Korea in gevaar ziet.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les





9.8 Verzet tegen het kolonialisme



Handboek bladzijdes 132 en 133 
Spotprent uit het blad Puck, New York. Het onderschrift luidt: Let op de Russische Beer. Satire op de politiek van Rusland eind 19de eeuw van expansie naar het zuiden. Koningin Victoria van Groot-Brittannië gaat op de loop met haar kindje India, terwijl op de achtergrond Turkije (Ottomaanse rijk) Constantinopel in veiligheid probeert te brengen en Japan zijn aanspraken op baby Korea in gevaar ziet.

Slide 1 - Tekstslide

KA
Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Kritiek door westerse schoolgang


  • Gandhi leert tijdens zijn rechten studie over de westerse waarden 'vrijheid en gelijkheid'. 
  • Deze waarden zag hij niet terug in Brits Indië, waar Europeanen zichzelf als superieur beschouwden. 
  • Ook leert Gandhi over het Nationalisme.
Foto van Gandhi tijdens zijn studie in London

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Geef a.d.h.v. Gandhi's levensloop 2 argumenten voor de stelling dat de westerse bezetter zelf verantwoordelijk is voor de kritiek op het kolonialisme

Slide 6 - Open vraag

De kritiek verspreidt zich
  • Ook in andere kolonies kwam er verzet tegen de Europese overheerser. 
  • In Nederlands Indië (Indonesië) werd Soekarno leider van de PNI (Partai Nasional Indonesia). 
  • Zowel Soekarno als Gandhi streden voor onafhankelijkheid
Op de achtergrond zie je de kaart van Nederlands-Indië een kolonie van Nederalnd, uitgelegd op de kaart van Europa. Je ziet nu in één oogopslag hoe groot de kolonie was in verhouding met de bezetter.
Soekarno
Soekarno was de eerste president van de Republiek Indonesië. In Indonesië werd hij meestal Bung Karno genoemd. Bung is een eretitel zoals "Vader des vaderlands", het betekent "Vader van de Indonesiërs".

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De Sykes-Pikotlijn, 1916
  • Toen het Ottomaanse Rijk zich gewonnen gaf na de overgave van Duitsland namen Groot-Brittannië en Frankrijk het bestuur van de Arabische delen over.
  • In 1916 werd er met een liniaal nieuwe grenzen (De Sykes-Pikotlijn) getrokken door Frankrijk en Engeland, alleen ze hielden geen rekening met culturele verschillen --> net als in Afrika 
  • In 1920 werken de sjiieten en soennieten samen, omdat ze vinden dat niet-moslims niet mogen regeren over moslims. 
  • De strijd in het midden Oosten zou nog vele jaren duren
De geschiedenis van het Midden-Oosten is een onderbelicht thema.
Als je er meer over te weten wilt komen zijn hier een paar tips:
1. Boek: Geschiedenis van het Midden-Oosten in een notendop
Jan van Oudheusden (gemakkelijk te lezen)
2: Boek: Dwars door het Midden-Oosten (iets ingewikkelder)
3: Docu: Hoop en wanhoop in het midden-oosten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Natiestaat 


  • Alle kolonies die in opstand kwamen wilden een natiestaat.
  • Een natiestaat is een staat met één dominante natie (volk), waarmee een soeverein territorium wordt gekoppeld aan een bepaalde natie en haar culturele identiteit.
  • Doordat er veel verschillende (sub)culturen in één land wonen zorgt deze wens voor veel onrust.  Deze onrust ontstaat dan ook in meerdere landen.
    

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Huiswerk
  • Lezen paragraaf 9.8 Verzet tegen het imperialisme, handboek bladzijdes 132 en 133 

  • Maken van paragraaf 9.8 vraag 2,3,4,7, 11 en 14 opdrachtenboek bladzijdes 121 en 122   

Slide 14 - Tekstslide