H2 samenvatting 2.3 en 2.4 3V

Samenvatting 
3 VWO 2.3 en 2.4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting 
3 VWO 2.3 en 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Chemische reacties
Er zijn een heleboel verschillende chemische reacties.
Jullie moeten daarvan nu de verbranding en ontleding kennen. 
Ontledingsreacties hebben we de vorige les herhaald.
Thermolyse
Fotolyse
Elektrolyse

Slide 2 - Tekstslide

Verbranding
Een  verbranding is een reactie met zuurstof waarbij 3 dingen nodig zijn:
 Brandstof, zuurstof en een hoge temperatuur
Dit noemen we een snelle verbranding. 

Op deeltjesniveau (microniveau) worden atoombindingen verbroken en nieuwe atoombindingen gevormd.

Slide 3 - Tekstslide

Verbrandingsproducten heten oxides
(verbinding v zuurstofatoom en 1 andere atoomsoort)
Bevat de brandstof:          dan ontstaat  bij volledige verbranding:
                C                                       CO2   
                H                                       H2
                S                                        SO2
                een metaal                   metaaloxide

volledige verbranding vindt plaats bij voldoende zuurstof.

Slide 4 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Verbrandingsproducten zijn aantoonbaar met reagens.

Water: - wit kopersulfaat kleurt blauw.
                - wit custard poeder kleurt geel
Koolstofdioxide: kalkwater van helder naar melkwit/troebel.

Slide 5 - Tekstslide

Als het atoom C in de brandstof zit, ontstaat bij volledige verbranding:
A
CO
B
CO2
C
SO2
D
H2O

Slide 6 - Quizvraag

Met welk reagens (en waarneming) toon je koolstofdioxide aan?
A
Wit kopersulfaat wordt blauw
B
wit custardpoeder kleurt geel
C
helder kalkwater wordt wit troebel
D
Huh?

Slide 7 - Quizvraag

Welke reactieproducten ontstaan bij de verbranding van glucose (C6H12O6)
A
Co2 en H2O
B
CO2 en HO2
C
CO2 en H2O
D
Co2 en HO2

Slide 8 - Quizvraag

Molecuulformules en namen
Water    H2O    en    Koolstofdioxide     CO2
Namen van stoffen
Indices vind je in de naam terug: Griekse voorvoegsels





Index

Slide 9 - Tekstslide

Meerdere moleculen worden
aangegeven met een 
coëfficiënt
                                      3 CO2
Bij een chemische reactie ontstaan nieuwe moleculen omdat atomen opnieuw worden gerangschikt.

Max + Verstappen => ex + panters + vamp
 

Coefficient

Slide 10 - Tekstslide

Welk getal is het griekse voorvoegsel hepta?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het griekse telwoord voor 5
A
tetra
B
penta
C
hexa
D
octa

Slide 12 - Quizvraag

Geef de naam van SiBr4
A
tetrasiliciumchloride
B
siliciumtetrachloride
C
tetrasiliciumbromide
D
siliciumtetrabromide

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de atomen bij een chemische reactie?
A
verdwijnen en nieuwe worden gevormd
B
die her-rangschikken tot nieuwe moleculen
C
die veranderen van massa
D
die verdwijnen gewoon

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de naam van de volgende stof:
NO
A
nucleairmono-oxide
B
stikstofmono-oxide
C
nitraatmono-oxide
D
natriummono-oxide

Slide 15 - Quizvraag

Geef aan welk(e) getal(len) de index en welk(e) getal(len) de coefficient is/zijn in: 6
 H2SO4
A
Index: 6 coefficient: 2 en 4
B
Index: 6 en 2 coefficient: 4
C
Index: 2 en 4 coefficient: 6
D
Index: 6 en 2 coefficient: 4

Slide 16 - Quizvraag

Maak Test jezelf van 2.3 en 2.4. 
Oefen eventueel opdracht 36 en het oefenstencil 
van hoofdstuk 2

Slide 17 - Tekstslide