PDO - Les 3

PDO

Pedagogiek/Onderwijskunde



Blok 01
Les 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

PDO

Pedagogiek/Onderwijskunde



Blok 01
Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik hoofdstuk 1
  • Bestelling boek O en O

  • Theorievragen H1
  • Opdracht 'Een mooi beroep'
       * Feedback > correctiedocument 
       * Gebruik woord 'leuk'
                     



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

2  Ontwikkelingspsychologie
Psychologie:
De wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert.

Ontwikkelingspsychologie:
De wetenschap die het gedrag bestudeert van de mens 
in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling.

Slide 4 - Tekstslide

H 2 -Ontwikkelingspsychologie
Inhoud
2.1  Gezonde ontwikkeling
2.2  Leeftijdsindeling
2.3  Lichamelijke ontwikkeling
2.4  Cognitieve ontwikkeling
2.5  Sociaal-emotionele ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen > Hoofdstuk 2
  • Je hebt basiskennis van ontwikkelingsgebieden en de normale 
       ontwikkeling.    
  • Je kent de afgesproken leeftijdsfasen van waaruit we kinderen
       beschrijven. 
  • Je weet wat motoriek en zintuigen betekenen in ontwikkeling. 

  • Je hebt kennis over leren door imitatie en over morele ontwikkeling
       bij kinderen. (> les 4)

Slide 6 - Tekstslide

Werken in de praktijk
Van proberen kun je leren

Ontwikkelingsstimulering houdt in dat je een kind activiteiten aanbiedt met als doel zijn ontwikkeling te stimuleren, als dat nodig is.

Slide 7 - Tekstslide

2.1 Gezonde ontwikkeling
Ontwikkelen is groeien naar volwassenheid

Gezonde ontwikkeling kenmerkt zich door:
  • Verandering
  • Vooruitgang
Ontwikkeling is een duurzame en langzame verandering.

Slide 8 - Tekstslide

2.1 Gezonde ontwikkeling
Mensen ontwikkelen zich  door:

  • groeien

  • leren

  • rijping



Slide 9 - Tekstslide

Elke leeftijd heeft zijn eigen ontwikkeling.
Kun je een voorbeeld geven?

Slide 10 - Open vraag

Een kind in zijn wereld
Ontwikkeling --> interactie tussen een mens en de wereld 

Wat, wanneer en hoe een kind zich ontwikkelt is afhankelijk van:
  • de wereld waarin hij/zij leeft
  • de mogelijkheden van het kind om te veranderen

Slide 11 - Tekstslide

Een kind in zijn wereld
Ontwikkeling wordt bepaald door:
  • interne factoren 
    (bepaalde aangeboren geschiktheid, uiterlijke kenmerken, talent)
  • externe factoren 
    (directe omgeving, sociale en economische factoren,  culturele factoren, ingrijpende levensgebeurtenissen) 
  • zelfbepaling
    (de mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling > bijv. te leren voor een bepaald beroep)

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
Kinderen ontwikkelen zich op verschillende gebieden
  • Lichamelijk (hoofdstuk 3  - VEZ blok 1)
  • Cognitief (hoofdstuk 4)
  • Creatief (hoofdstuk 5) 
  • Taal (hoofdstuk 6  - PDO blok 1) 
  • Sociaal-emotioneel (hoofdstuk 7) 

In dit hoofdstuk komt de focus op lichamelijke, cognitieve en 
sociaal-emotionele ontwikkeling 

Slide 13 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden
  • Lichamelijke ontwikkeling
    (groeien, motoriek, sensomotoriek)

  • Cognitieve ontwikkeling
    (kennis, denken, intelligentie, creativiteit)

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling
    (cultuur, imitatie, gevoelens)



Slide 14 - Tekstslide

Levensloop
  • Ontwikkeling is meer dan alleen hoe langzaam of snel je bijvoorbeeld 
      groeit of leert.

  • Je levensloop (dingen die in je leven gebeuren) bepaalt eveneens een
      stuk van hoe jouw ontwikkeling verloopt.

  • Als OA heb je al deze informatie nodig om de ontwikkeling van een kind
     of jongere te begrijpen en om te helpen. 

Slide 15 - Tekstslide

2.2 Leeftijdsindeling
  • We weten wat een gemiddeld kind doet (gedrag) en hoe hij groeit (fysiek) per leeftijdsfase.

  • In elke fase is een ontwikkeling te zien die specifiek is voor die leeftijd.


Slide 16 - Tekstslide

Welke leeftijdsfasen ken jij?
Noem er drie.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

2.3  Lichamelijke ontwikkeling
  • Groeien > lengte, enz.

  • Motorische ontwikkeling: je lichaam onder controle hebben
     * grove motoriek
    *  fijne motoriek

Slide 19 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van de ontwikkeling van de fijne motoriek.

Slide 20 - Open vraag

2.3 Lichamelijk ontwikkeling
  • Grove motoriek
         > lopen, klimmen en gooien

  • Fijne motoriek
        > knippen, schrijven en kleine dingen pakken

Slide 21 - Tekstslide

Zintuigen
Waar denk je dan aan?

Slide 22 - Woordweb

Zintuigen
  • Sensomotoriek:
         Motorische reactie op zintuigelijke informatie

Baby's leren door te:
     ruiken, proeven, voelen, horen en zien

Slide 23 - Tekstslide

Voelen / tasten
  • Nodig voor begrenzing; waar houdt je lijf op en begint de     rest van de wereld?
  • Tastzin is een minder goed zichtbaar orgaan. 
        *  Oppervlakkig: ontvangen van prikkels op de huis
        *  Diep: spierspanning
  • Met de huid en de mond maakt de baby het meest     uitgebreid contact met de wereld.

Slide 24 - Tekstslide

Ruiken
  • Geur van de moeder is voor de baby erg belangrijk.

  • Reuk is het beste van alle zintuigen in staat om emotionele   herinneringen op te roepen.

Slide 25 - Tekstslide

Horen
  • Het horen ontwikkelt zich al in de baarmoeder.

  • Baby reageert beter op geluiden dan op dingen die hij ziet, met name op hoge geluiden.

  • Gehoor van kinderen is gevoeliger dan van volwassenen.

Slide 26 - Tekstslide

Zien
  • Pasgeboren baby ziet het verschil tussen licht en donker, maar alles is nog wazig en hij ziet geen kleuren. 
  • Rond 3 maanden ziet baby voorwerpen op alle afstanden, maar nog geen details.
  • Rond 6 maanden ziet een baby net zo goed als een   volwassene.

Slide 27 - Tekstslide

Zien

Slide 28 - Tekstslide

Verwerking 
Afronding:
  • GOED doorlezen van hoofdstuk 2 in je LEERBOEK
          de blz. 30 t/m 38.
  • Globaal doorlezen de leerstof van paragraaf 2.4 en 2.5.

  • Maak in het WERKBOEK de theorievragen van paragraaf 2.1, 2.2  en  2.3.


Slide 29 - Tekstslide