8.4. Geluidshinder

1 / 20
volgende
Slide 1: Video
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

8.4 Geluidshinder

Slide 2 - Tekstslide

Geluidsoverlast
Geluid kan mooi zijn. Denk maar eens aan je favoriete muziek. Misschien helpt de muziek wel om je te concentreren op je werk. Geluid kan ook hinderlijk zijn. Als je een toets moet maken of als je probeert te slapen, dan is geluid van buiten erg vervelend.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Geluidsoverlast
Geluid kunnen we  waarnemen door trillingen die zich door de lucht verplaatsen. Deze trillingen (geluidsgolven) brengen ons trommelvlies aan het trillen en wij ervaren dat als geluid. Geluid bereikt ons gehoor op verschillende manieren. 
Om te weten te komen waar de geluidsoverlast vandaan komt moet je eerst vaststellen hoe het geluid ons bereikt. Dat kan via de lucht zijn of rechtsstreeks contact. We noemen dat luchtgeluid en contactgeluid.

Slide 5 - Tekstslide

Contactgeluid
Contactgeluid is het geluid dat bijvoorbeeld via vloeren, buizen en muren verspreid wordt. Het geluid van bijvoorbeeld rennende kinderen of boren valt onder contactgeluiden. Voor overlast door contactgeluiden zijn effectieve oplossingen te verzinnen. Door bijvoorbeeld het gebruik van zachte vloerbedekking en/of zacht schoeisel zou de geluidsoverlast eenvoudig opgelost kunnen worden.

Slide 6 - Tekstslide

Luchtgeluid
Luchtgeluid is het geluid dat rechtstreeks afkomstig is van de geluidsbron  (bijvoorbeeld de radio of zingen of harde stemmen). Dit luchtgeluid brengt ook de aangrenzende muren, vloeren en plafonds in trilling en draagt het geluid verder naar de aangrenzende ruimtes. In veel gevallen zijn er ook nog eens gaten, spleten en kieren in de wand, waar het geluid doorheen komt (geluidslekken).

Slide 7 - Tekstslide

Lucht- en contactgeluid

Slide 8 - Tekstslide

Maatregelen tegen geluidshinder

Slide 9 - Tekstslide

Maatregelen bij de bron

Slide 10 - Tekstslide

Maatregelen tussen bron en ontvanger

Slide 11 - Tekstslide

Maatregelen bij de ontvanger

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Onderzoek 1
Inleiding:
Geluid dat niet schadelijk is, kan nog wel hinderlijk
zijn. Of je geluid hinderlijk vindt, hangt vaak van de
situatie af.

Doel:  
Je gaat onderzoeken welke geluiden de mensen in jouw omgeving het meest hinderlijk vinden.
Uitvoeren en uitwerken:
 1.  Maak eerst een lijst met hinderlijke geluiden . 
2. Vraag een aantal mensen uit je omgeving om die lijst aan te vullen tot je ongeveer vijftien hinderlijke
geluiden hebt. 
3. Laat iedereen de vijf geluiden aankruisen die hij of zij het meest hinderlijk vindt. 
4. Maak met het resultaat van de antwoorden bij 3 een top 5 van de meest hinderlijke geluiden.

Slide 14 - Tekstslide

Onderzoek 2
Inleiding:
Als je geluid te hard vindt, ga je vanzelf wat verder
weg staan. Albert wil wel graag weten hoe dat zit met de geluidssterkte en de afstand tot de geluidsbron.
 

Doel:
Bedenk zelf een onderzoeksvraag voor dit onderzoek.
Uitvoeren en uitwerken:
1.  Maak een werkplan en voer het onderzoek uit.
2. Presenteer de uitkomsten in een onderzoeksverslag.

Slide 15 - Tekstslide

Onderzoek 
Inleiding:
In de Binas staat een tabel met de geluidssnelheid in lucht. Maar die kun je ook zelf meten. 

Doel:  
Je gaat de geluidssnelheid in lucht bepalen. 
De onderzoeksvraag luidt:
Hoe groot is de geluidssnelheid in lucht?

Uitvoeren en uitwerken:
1.  Maak een werkplan en voer het onderzoek uit. 
2. Tip: zoek in YouTube op: Speed of sound
3. Presenteer de uitkomsten in een onderzoeksverslag.

Slide 16 - Tekstslide

Onderzoek 4
Inleiding:
Het geluid van een MP3-speler of telefoon kan je gehoor beschadigen. 
Uit onderzoek blijkt dat je gehoor acht uur aan geluid met een geluidssterkte van 80 dB kan
blootstaan voordat je schade oploopt. 
Voor 83 dB is dat vier uur, voor 86 dB is dat twee uur, voor 98 dB is dat één uur, enzovoort.


Doel:
 Je gaat onderzoeken of jij ook risico loopt. Bedenk zelf een onderzoeksvraag voor dit onderzoek.

Uitvoeren en uitwerken:
1.  Maak een werkplan en voer het onderzoek uit. 
2. Presenteer de uitkomsten in een onderzoeksverslag.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 20 - Open vraag