H7.4 Geluidsoverlast

Welkom!!
Agenda:

- Over SW en Logboeken
- H7.4
- Vragen/commentaar
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!!
Agenda:

- Over SW en Logboeken
- H7.4
- Vragen/commentaar

Slide 1 - Tekstslide

NA SW | 2HA | 19-20

Slide 2 - Tekstslide

SW (classroom- les op afstand)

Slide 3 - Tekstslide

H7.4 Geluidsoverlast bestrijden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geluidsoverlast

Slide 6 - Tekstslide

Geluidsoverlast
Geluid kunnen we  waarnemen door trillingen die zich door de lucht verplaatsen. Deze trillingen (geluidsgolven) brengen ons trommelvlies aan het trillen en wij ervaren dat als geluid. Geluid bereikt ons gehoor op verschillende manieren. 

Slide 7 - Tekstslide

Maatregelen tegen geluidshinder

Slide 8 - Tekstslide

Bron
Tussen 
Ontvanger
Een lager volume zorgt voor minder hard geluid
Door oordopjes te gebruiken heb je minder last van geluid
Dubbele beglazing houdt geluid deels tegen

Slide 9 - Sleepvraag

Maatregelen bij de bron

Slide 10 - Tekstslide

Maatregelen tussen bron en ontvanger

Slide 11 - Tekstslide

1
2
3

Slide 12 - Tekstslide

Geluidsisolatie

Slide 13 - Tekstslide

Maatregelen bij de ontvanger

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Contactgeluid
Contactgeluid is het geluid dat bijvoorbeeld via vloeren, buizen en muren verspreid wordt. Het geluid van bijvoorbeeld rennende kinderen of boren valt onder contactgeluiden. Voor overlast door contactgeluiden zijn effectieve oplossingen te verzinnen. Door bijvoorbeeld het gebruik van zachte vloerbedekking en/of zacht schoeisel zou de geluidsoverlast eenvoudig opgelost kunnen worden.

Slide 17 - Tekstslide

Luchtgeluid
Luchtgeluid is het geluid dat rechtstreeks afkomstig is van de geluidsbron  (bijvoorbeeld de radio of zingen of harde stemmen). Dit luchtgeluid brengt ook de aangrenzende muren, vloeren en plafonds in trilling en draagt het geluid verder naar de aangrenzende ruimtes. In veel gevallen zijn er ook nog eens gaten, spleten en kieren in de wand, waar het geluid doorheen komt (geluidslekken).

Slide 18 - Tekstslide

Onderzoek 1
Inleiding:
Geluid dat niet schadelijk is, kan nog wel hinderlijk
zijn. Of je geluid hinderlijk vindt, hangt vaak van de
situatie af.

Doel:  
Je gaat onderzoeken welke geluiden de mensen in jouw omgeving het meest hinderlijk vinden.
Uitvoeren en uitwerken:
 1.  Maak eerst een lijst met hinderlijke geluiden . 
2. Vraag een aantal mensen uit je omgeving om die lijst aan te vullen tot je ongeveer vijftien hinderlijke
geluiden hebt. 
3. Laat iedereen de vijf geluiden aankruisen die hij of zij het meest hinderlijk vindt. 
4. Maak met het resultaat van de antwoorden bij 3 een top 5 van de meest hinderlijke geluiden.

Slide 19 - Tekstslide

Onderzoek 2
Inleiding:
Als je geluid te hard vindt, ga je vanzelf wat verder
weg staan. Albert wil wel graag weten hoe dat zit met de geluidssterkte en de afstand tot de geluidsbron.
 

Doel:
Bedenk zelf een onderzoeksvraag voor dit onderzoek.
Uitvoeren en uitwerken:
1.  Maak een werkplan en voer het onderzoek uit.
2. Presenteer de uitkomsten in een onderzoeksverslag.

Slide 20 - Tekstslide

Onderzoek 3
Inleiding:
In de lessonup 1. Geluid maken en horen, stond een tabel met de geluidssnelheid in lucht. Maar die kun je ook zelf meten. 

Doel:  
Je gaat de geluidssnelheid in lucht bepalen. 
De onderzoeksvraag luidt:
Hoe groot is de geluidssnelheid in lucht?

Uitvoeren en uitwerken:
1.  Maak een werkplan en voer het onderzoek uit. 
2. Tip: zoek in YouTube op: Speed of sound
3. Presenteer de uitkomsten in een onderzoeksverslag.

Slide 21 - Tekstslide

Onderzoek 4
Inleiding:
Het geluid van een MP3-speler of telefoon kan je gehoor beschadigen. 
Uit onderzoek blijkt dat je gehoor acht uur aan geluid met een geluidssterkte van 80 dB kan
blootstaan voordat je schade oploopt. 
Voor 83 dB is dat vier uur, voor 86 dB is dat twee uur, voor 98 dB is dat één uur, enzovoort.


Doel:
 Je gaat onderzoeken of jij ook risico loopt. Bedenk zelf een onderzoeksvraag voor dit onderzoek.

Uitvoeren en uitwerken:
1.  Maak een werkplan en voer het onderzoek uit. 
2. Presenteer de uitkomsten in een onderzoeksverslag.

Slide 22 - Tekstslide