Vraagwoorden
Name some question words
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Name some question words
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Sleep de gele kaartjes naar de juiste vertaling
WAT
WELKE
WIE
WAAROM
WAAR
WANNEER
HOE
HOW
WHO
WHAT
WHY
WHEN
WHICH
WHERE
Slide 3 - Sleepvraag
....... have you been?
A
Which
B
Who
C
What
D
Where
Slide 4 - Quizvraag
......... do you live with?
A
Who
B
When
C
Where
D
How much
Slide 5 - Quizvraag
........ is my bike?
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why
Slide 6 - Quizvraag
..... can we study better?
A
how
B
who
C
which
D
why
Slide 7 - Quizvraag
..... colour do you like, blue or red?
A
how
B
who
C
which
D
why
Slide 8 - Quizvraag
... are you doing?
Working.
... are you going?
Home.
... are we leaving?
Tomorrow.
... are your crying?
I'm sad.
... are you doing?
I'm okay.
... are you talking to?
My mum.
What
Where
Why
When
How
Who
Slide 9 - Sleepvraag
Maak zelf een vraag met:
'Which"
'Which"
Slide 10 - Open vraag
Maak zelf een vraag met:
'What"
'What"
Slide 11 - Open vraag
Maak zelf een vraag met:
'When"
'When"
Slide 12 - Open vraag
Maak zelf een vraag met:
'Why"
'Why"
Slide 13 - Open vraag
Maak zelf een vraag met:
'How"
'How"
