Erfelijkheid en evolutie

• Maatschappelijke vorming
• Secundair onderwijs

Start

Druk op het startscherm op teach.

Je kan vervolgens naar de volgende of vorige dia gaan door onderaan op de pijlen te klikken.

Hier klikken

Les 1

week 20 april

Opdracht 1 p2

Dit is een groepsopdracht en maken we niet in afstandsonderwijs.

Pagina 3

Hier zie je verschillende theorieën over het ontstaan van de mens. Lees de drie theorieën. 

Darwin

2. De evolutie van de mens p4

Lees de tekst op p4 en beantwoord de vragen. 

2.2 Van viervoeter naar tweevoeter

Lees de tekst op volgende dia of op p 5.

Geen bomen meer om in te klimmen, zonder bomen konden ze minder ver zien (twee redenen waarom ze rechtop gingen lopen)

Door de klimaatsverandering, dus ook vegetatieverandering. Dit komt door een aardbeving in Afrika. De rift.

2.2 Van viervoeter naar tweevoeter

Wie wil kan volgende video bekijken over de evolutie van de mens. 

= Extra informatie

2.2 Van viervoeter naar tweevoeter

Geef een antwoord op de vragen op p6

Gelijkenis tussen dieren en mens

Zie volgende dia

      2.3 De moderne mens

2.3 De moderne mens

• Lees de tekst op p 7 en 8 en maak opdracht 2 op p8.
• Vul de zelevaluatie in. 

Quiz

Op de volgende dia's heb je quizvragen. Je zal een scherm krijgen met www.lessonup op en een inlogcode. 

Voor het thuisonderwijs hoef je dit niet te doen. Je klikt het kruisje bij student devices onderaan je scherm uit. Nu kan je gewoon de quiz maken. 

Hier klikken

Wat is de reden dat de mensapen gingen rechtop lopen.

1. zo konden ze beter het gevaar zien in de savanna
2. de lekkere vruchten hangen hoog in de boom
3. ze konden dit al altijd maar op handen en voeten lopen vonden ze makkelijker
4. er was geen reden

Hoe nomen we de rechtoplopende mensachtige

1. Homo Sapiens
2. Homo Erectus
3. Australopiticus
4. Homo Habilis

Binnen 100000 jaar krijgen we...

1. grote ogen, groter neus, kleinere mond
2. grote ogen, donkere huid, groter voorhoofd
3. groter voorhoofd, donkere huid, kleine neus
4. witte huid, groter voorhoofd, kleinere ogen

Les 2

week 20 april

3 Erfelijkheid

Verbind ouder met kind

3 Erfelijkheid

• Beantwoord de vragen op p 9 en p10
• Bekijk de video over genotype en fenotype op de volgende dia.

https:

3.2 Ethische kant van de zaak

• Opdracht 3: Lees het krantenartikel op p10-11 en beantwoord de vragen op p 11 en 12.

     Je hebt een woordenboek of een online woordenboek nodig.

• Vul achteraf de zelfevaluatie in.

Wat is de betekenis van fenotype

1. je erfelijk materiaal
2. alle uiterlijke waarneembare kenmerken van een persoon
3. verandering in je erfelijk materiaal
4. vrouwelijk

Larven van lieveheersbeestjes zien er anders uit dan lieveheersbeestjes zelf.
Na de gedaanteverwisseling, is dan het fenotype of het genotype veranderd?

1. Alleen het fenotype
2. Alleen het genotype
3. Zowel genotype als fenotype
4. Geen van beide

Het genotype wordt bepaald door erfelijkheid en invloeden uit het milieu

1. Juist
2. Onjuist

Les 3

week 27 april

4 Erfelijkheid in de praktijk

4.1 Bloedgroep

Lees de info over de bloedgroepen op p12

4.2 Hoe werkt het bloed nu echt

• Lees de info over de bloedgroepen op p13 en maak de onderstaande opdrachten.
• !! Maak deze oefening ook als bookwidget in de map oefeningen in de map 5BSO MAVO op smartschool!!
  
• https://www.mmikortemark.be

4.3 Bepalen van het geslacht

Lees de inleiding op p14 en bekijk volgend filmpje

4.3 Bepalen van het geslacht

Vul de afbeeldingen aan met de verkregen tekstonderdelen.

4.3 Bepalen van het geslacht

• Lees de info onder de afbeelding
• Vul de opdracht in op p14

Meisje vs. jongen

Welke bloedgroep kan geven aan iedereen?

1. Bloedgroep A
2. Bloedgroep B
3. Bloedgroep AB
4. Bloedgroep O

Aan wie mag bloedgroep A geven?

1. Bloedgroep A
2. Bloedgroep B
3. Bloedgroep AB
4. Bloedgroep O

Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel?

Het geslacht van mensen wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
Die noemen we X en Y.

Bij welke combinatie ontstaat een jongen?

1. XX
2. XY
3. YY

Les 4

week 27 april

5 Erfelijke ziektes

Opdracht 4

• Lees de inleiding op p 15
• Maak opdracht 4. 
• Je hebt daarvoor de informatiebrochure nodig die op Smartschool staat in het vak MAVO 5BSO bij de map Erfelijkheid.
• !! Maak deze oefening ook als bookwidget in de map oefeningen in de map 5BSO MAVO op smartschool!!
• https://www.mmikortemark.be
• Vul de zelfevaluatie in.

Opdracht 5

• Lees de inleiding op p16
• Maak opdracht 5 op p16, 17, 18 en 19
• Vul de zelfevaluatie in

Opdracht 6

• Lees het krantenartikel op p 20
• Maak de opdracht op p21
• Vul je antwoorden ook in op de bookwidget in de map 5BSO MAVO op Smartschool bij oefeningen. 
• https://www.mmikortemark.be

Is de ziekte van Huntington een...

1. Autosomale recessieve overerving
2. Autosomale dominante overerving

Wat betekent recessief?

1. overheersend kenmerk
2. zwak kenmerk

Het gen voor de ziekte van Huntington is recessief. Kan iemand het gen van Huntington bij zich dragen en de ziekte niet hebben?

1. Ja
2. Nee
3. Dat is niet uit de gegevens af te leiden

Leerplandoelstellingen

• Kruis aan wat er van toepassing is bij jou in de kolom van de leerling (ll)
• Schrijf feedback in het vakje feedback leerling