Gevolgen NAH voor gedrag

Gevolgen NAH voor gedrag
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gevolgen NAH voor gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

NAH
NAH is de afkorting voor Niet Aangeboren Hersenletsel

NAH ontstaat na de geboorte (dus niet met, of rond de geboorte). Het kan ontstaan door verschillende oorzaken, maar leidt tot een breuk in de levenslijn. Door deze breuk is er sprake van een veranderd leven. Er is een tijd van vóór en een tijd na het hersenletsel. Hersenletsel verandert mensen, bijna niemand wordt weer zoals hij of zij was.
NAH is geen diagnose maar een verzamelnaam van allerlei aandoeningen in het brein.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen
Hersenen bestaan uit 3 onderdelen:

  • grote hersenen
  • kleine hersenen
  • hersenstam



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
Waarnemingen worden verwerkt (bewust)

Gevoelscentra

Bewegingscentra

Slide 7 - Tekstslide

De grote hersenen regelen:
Alle vrijwillige bewegingen
Het denken en de intelligentie (leren van nieuwe dingen)
Het bewustzijn, het geheugen en de persoonlijkheid.
Zij verwerken bovendien alle zintuigelijke informatie van binnen en van buiten het lichaam en zorgen ervoor dat er correct op wordt gereageerd 
Grote hersenen (cerebrum)

  • Bestaan uit een linker en een rechter hemisfeer (hersenhelft)
  • Beide helften zijn gescheiden door een diepe spleet
  • Beide helften zijn verbonden door corpus callosum (hersenbalk)
  • Veel vouwingen om meer oppervlak voor zenuwcellen te maken (hersenschors)

De grote hersenen bestaan uit 4 kwabben/gebieden...

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Voorhoofdskwab (frontaalkwab)
  • planning
  • organiseren
  • geheugen
  • impulscontrole
  • het oplossen van problemen
  • selectieve aandacht
  • besluitvorming
  • beheersen van gedrag en emoties.

Slide 10 - Tekstslide

https://www.hersenletsel-uitleg.nl/gevolgen-per-hersengebied/frontaal-kwab-voorhoofdskwab

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Wandbeenkwab (pariëtaalkwab)

  • Sensorische informatie; pijn, gevoel warm, koud
  • Ruimtelijke oriëntatie
  • Centraal: aansturing grove motoriek
  • Lateraal: Aansturing fijne motorieken en sensoriek, bv handen en  gezicht 
  • Voorkomt stoten. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Slaapbeenkwab (Temporaal kwab)
  • verwerken auditieve informatie
  • taalbegrip
  • gehoorvermogen
  • geheugen
  • gedrag
  • concentratie
  • visuele waarneming
  • categoriseren van voorwerpen
  • geur- en smaakherkenning.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Achterhoofdskwab ( Occipitaal kwab)

  •  Ontvangen en verwerken visuele informatie
  •  helpen bij waarnemen kleuren en vorm.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychische en fysieke gevolgen
Gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kunnen onderverdeeld worden in:
  • Cognitieve stoornissen
  • Gedragsveranderingen
  • Psychische of psychiatrische stoornissen
  • Fysieke stoornissen



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve stoornissen
Denk hierbij aan stoornissen in waarneming en oriëntatie, tempo van informatieverwerking, concentratie/aandacht, geheugen, handelen (apraxie) en taal (afasie).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedragsveranderingen
Dit uit zich in bijvoorbeeld een toename in heftigheid van emotionele reacties of juist afwezigheid van emotionele reacties (apathie), agressie en agitatie, sociaal onaangepast gedrag, ontremd en impulsief gedrag.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pychische of psychiatrische stoornissen
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om stemmingsstoornissen, denk- en waarnemingsstoornissen (psychosen, waanideeën, hallucinaties), angst, dwang, posttraumatische stressstoornissen en verslavingsproblematiek.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke stoornissen
Dit zijn onder meer motorische stoornissen (krachtverlies en coördinatiestoornissen, spasticiteit), pijnklachten van hoofd, nek, schouder, rug en extremiteiten, vermoeidheid, zintuiglijke en seksuele stoornissen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van NAH verschilt per persoon 
Specifieke gevolgen van NAH verschillen van persoon tot persoon, afhankelijk van onder meer de plaats van het letsel, de ernst van de beschadiging en de leeftijd waarop het letsel is ontstaan. Maar ook door persoonlijkheidskenmerken vóór het letsel en reacties van en aanpassingen in de omgeving.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale problemen
Cognitieve stoornissen en gedragsproblemen kunnen het aangaan en onderhouden van sociale contacten bemoeilijken, waardoor vereenzaming op de loer ligt. Iemands zelfwaardering wordt soms negatief beïnvloed door gevoelens van afwijzing en het ontbreken van zinvolle dagbesteding. De gevolgen van NAH kunnen bij mensen met NAH en hun naasten leiden tot depressieve klachten, angsten en tot overbelasting van de partner.
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale problemen
Doordat een groot deel van de gevolgen, zoals concentratieproblemen en vermoeidheid, niet direct zichtbaar is, bestaat kans op overschatting en overvraging vanuit de omgeving. Het is lastig te begrijpen dat iemand zich anders gedraagt door een klap op het hoofd, een val of een hersenbloeding. Vaak heeft de getroffene ook zelf onvoldoende inzicht in de gevolgen van het hersenletsel.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderde emoties en gedrag
Emotionele reacties: Als een getroffene zich bewust is van beperkingen die door het hersenletsel zijn ontstaan, kan dit leiden tot verminderd zelfvertrouwen, onzekerheid en gevoelens van eenzaamheid, frustratie en machteloosheid. Hierdoor ontstaan vaak emotionele reacties, zoals huilen, boos worden en soms ook overdreven vrolijkheid. Ook kan het zijn dat de getroffene niet meer in staat is tot het uiten van emotie, het gevoel daarvoor verliest.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderde emoties en gedrag
Verminderde controle op impulsen en emoties: mensen zonder hersenletsel hebben doorgaans geleerd om impulsen te onderdrukken. Mensen met hersenletsel kunnen dat niet meer zo goed. Zij uiten daarom sneller hun weerstand tegen dingen die ze niet prettig vinden of die hen irriteren. Het is ook moeilijker om het uiten van emoties te controleren. Zo kan het zijn dat iemand vaker lacht en huilt dan vroeger. Het kan ook meer moeite kosten om met lachen of huilen te stoppen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderde emoties en gedrag
Stemmingswisselingen of blijvende karakterverandering: een direct gevolg van de hersenschade kan zijn dat een getroffene heel verschillende stemmingen kan krijgen: soms is een getroffene depressief en soms ook weer overmatig vrolijk. Andere karakterveranderingen die kunnen optreden zijn: sociaal onaangepast gedrag; vloeken en agressiviteit; verhoogde prikkelbaarheid; veranderd gevoel voor humor.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderde emoties en gedrag
Weinig respons of initiatiefloosheid: mensen met hersenletsel zijn zich ervan bewust dat zij een deel van hun zelfredzaamheid hebben verloren. Soms leidt dit tot een verminderd zelfvertrouwen of een negatief zelfbeeld. Daarom nemen mensen met hersenletsel soms weinig initiatief of vertonen ze weinig enthousiaste respons op voorstellen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderde emoties en gedrag
Riskant en overmoedig gedrag kan optreden omdat een getroffene niet meer in staat is om te leren van ervaringen. Hierdoor heeft de getroffene geen juist, een onvolledig of onrealistisch beeld van zijn of haar capaciteiten, waardoor deze denkt dat hij of zij van alles nog wel kan. Ook kan hierdoor buitensporig of riskant gedrag ontstaan doordat de getroffene situaties niet goed inschat of zich niet kan beheersen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doormaken van een hersenletsel is vaak een plotselinge gebeurtenis waarbij iemand niet precies weet welke gevolgen er blijvend zijn en waardoor de getroffene het gevoel kan hebben geen controle meer te hebben. Bijna ieder mens met hersenletsel zal proberen zich terug te vechten naar het ‘oude niveau’. Op de tenen lopen, vallen en opstaan zijn daarvan het gevolg.
Ook de omgeving kan de persoon met hersenletsel fors overschatten of juist onderschatten.
Het doormaken van een hersenletsel is vaak een plotselinge gebeurtenis waarbij iemand niet precies weet welke gevolgen er blijvend zijn en waardoor de getroffene het gevoel kan hebben geen controle meer te hebben. Bijna ieder mens met hersenletsel zal proberen zich terug te vechten naar het ‘oude niveau’. Op de tenen lopen, vallen en opstaan zijn daarvan het gevolg.
Ook de omgeving kan de persoon met hersenletsel fors overschatten of juist onderschatten.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
• Neem de tijd.
• Vraag eerst aandacht door iemands naam te noemen.
• Concentreer je op de persoon en doe niet tegelijkertijd iets anders.
• Spreek in korte zinnen en geef de persoon met NAH de tijd om de informatie te verwerken.
• Zeg of vraag één ding tegelijk.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
• Gebruik geen kinderlijke taal of kinderlijke toon. Eenvoudig taalgebruik is niet hetzelfde
als kinderlijk praten.
• Bied structuur en regelmaat zodat de cliënt houvast krijgt.
• Wees voorspelbaar: benader iemand met NAH consequent op dezelfde manier, ook dat geeft houvast.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
• Houd rekening met wat de persoon met NAH aankan. Mensen met hersenletsel zijn vaak extreem moe, alles kost veel inspanning en energie.
• Zie onvermogen niet voor onwil aan. Soms is het nodig je persoonlijke doelen en verwachtingen bij te stellen en die aan te passen aan het tempo van de persoon met NAH.
• Ken en onderken de onzichtbare gevolgen van hersenletsel. Mensen met NAH worden vaak overschat omdat aan de buitenkant is niet altijd te zien dat iemand NAH heeft.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
• Denk niet in beperkingen maar kijk wat iemand met NAH wél kan. Is hij/zij niet meer in staat het initiatief voor een activiteit te nemen of uit te voeren? Dan ben jij als vrijwilliger degene die hierin het voortouw zal moeten nemen; jij neemt het initiatief en motiveert de ander om iets samen te doen.
• Maak gebruik van de expertise van de mantelzorger. Hij of zij kent degene met hersenletsel vaak het beste en kan je ook tips en adviezen geven.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies