HV1B spelling les 5

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
1 / 36
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Planning 
- Nieuwsquiz
- Herhaling 'komma'
- Uitleg 'dubbele punt'
- Uitleg 'aanhalingstekens'
- Oefenen!
Doel: 
1. Komma's correct gebruiken
2. Dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken bij citaten

Slide 2 - Tekstslide

Week 7

Slide 3 - Tekstslide


De rechter besliste dinsdag dat de avondklok moet verdwijnen. Door wie was de rechtszaak aangespannen?
A
Forum voor Democratie
B
Actiegroep Viruswaarheid
C
Diederik Gommers
D
De burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag

Slide 4 - Quizvraag


De echtgenote van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un is weer in het openbaar gezien. Hoe lang was dat geleden?
A
een half jaar
B
een jaar
C
twee jaar
D
het was voor het eerst

Slide 5 - Quizvraag


In Nederland zijn avocado's populairder dan ooit. Hoeveel eet een Nederlander er gemiddeld per jaar?
A
6
B
12
C
26
D
42

Slide 6 - Quizvraag


In Spanje hebben agenten een universiteit bestormd om een rapper te arresteren. Wat had hij gedaan?
A
Hij had een winkel betreden zonder mondkapje.
B
Hij had de Spaanse koning beledigd.
C
Hij had in een rap opgroepen tot geweld.
D
Hij had een studente ontvoerd.

Slide 7 - Quizvraag


De Britse prins Harry en zijn vrouw Megan verwachten weer een kind. Hoe heet de zoon die ze al hebben?
A
William
B
Andrew
C
Edward
D
Archie

Slide 8 - Quizvraag


Laatste vraag: De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie was onderweg naar een andere planeet. Welke?
A
de maan
B
Mars
C
Jupiter
D
Venus

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

timer
1:00
Wanneer gebruik je een komma?

Slide 11 - Woordweb

Komma
Je gebruikt een komma om een zin beter leesbaar te maken. Je zet een komma:

- Tussen twee persoonsvormen:
Als jij de wortels snijdt, schil ik de appels.

- Tussen de delen van een opsomming (maar niet voor en):
 Lars bestelde twee kroketten, een frikadel en een patatje. 

- Tussen een naam of een uitroep en de rest van de zin:
Hé, kun je even op me wachten, Rama?

- Voor maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra:
Teun is dol op sporten, maar zijn zusje heeft er een hekel aan. 

Slide 12 - Tekstslide

De komma maakt het verschil. Hiernaast staan algemene regels voor kommagebruik. Sleep de juiste zinnen naar de juiste regel.
tussen delen van een opsomming
voor een voegwoord
voor een voegwoord
tussen twee persoonsvormen
voor een voegwoord
De persconferentie van de premier trekt veel kijkers, omdat hij nieuwe maatregelen aankondigt.
Denk je dat we na 1 juni weer naar school mogen, maar dan wel in kleinere groepen?
Je moet minimaal anderhalve meter afstand tot elkaar houden, zoveel mogelijk in huis blijven en sociaal contact vermijden.
Wat op dit moment in de wereld gebeurt, is misschien een waarschuwing dat er iets moet veranderen.
Mensen vierden massaal carnaval met elkaar, terwijl bekend was dat het coronavirus heerste in de wereld.

Slide 13 - Sleepvraag

Neem de tekst over in je schrift. Plaats komma's, punten, vraagtekens, uitroeptekens, apostroffen en hoofdletters. 


ALWEER TE LAAT
HIJGEND WERP IK EEN BLIK OP MIJN HORLOGE HUH NU AL HALF 9 IK GA OVER MIJN STUUR HANGEN EN TRAP ZO HARD ALS IK KAN MET KNALRODE WANGEN EN EEN VERWILDERDE HAARDOS SCHEUR IK NÉT HET SCHOOLPLEIN OP ALS DE BEL GAAT SHIT WEER TE LAAT WIE MIJ EEN BEETJE KENT WEET DAT OP TIJD ZIJN NIET HELEMAAL MIJN DING IS STERKER NOG IK BEN EEN REGELRECHTE RAMP OP HET GEBIED VAN DEADLINES AFSPRAKEN EN TIJDSCHEMAS OP DE BASISSCHOOL GING IK ALTIJD PAS VAN HUIS WEG WANNEER IK DE BEL IN DE VERTE AL HOORDE GAAN

timer
4:00

Slide 14 - Tekstslide

Correctiemodel
Alweer te laat
Hijgend werp ik een blik op mijn horloge. Huh, nu al half 9? Ik ga over mijn stuur hangen en trap zo hard als ik kan. Met knalrode wangen en een verwilderde haardos (,) scheur ik nét het schoolplein op als de bel gaat. Shit, weer te laat! 

Wie mij een beetje kent, weet dat op tijd zijn niet helemaal mijn ding is. Sterker nog, ik ben een regelrechte ramp op het gebied van deadlines, afspraken en tijdschema's. Op de basisschool ging ik altijd pas van huis weg wanneer ik de bel al in de verte hoorde gaan

Slide 15 - Tekstslide

Typ een dubbele punt

Slide 16 - Open vraag

Dubbele punt
Je schrijft een dubbele punt als je iets aankondigt, bijvoorbeeld:

- een opsomming: Julie is dol zoetigheid: snoep, ijs en gebak.
- een toelichting: Ik eet elke dag groenten: dat is gezond. 
- een citaat: Lucas zei: 'Ik zal de barbecue aansteken.'

Slide 17 - Tekstslide

Even testen:
Je schrijft een dubbele punt als je iets...

Slide 18 - Open vraag

Directe en indirecte rede

Slide 19 - Woordweb

Directe en indirecte rede
Er zijn in taal twee manieren om een uitspraak van iemand anders weer te geven.

De eerste manier is de zogenaamde directe rede, die met aanhalingstekens werkt. 

De tweede manier is de indirecte rede: in het Nederlands werkt deze met het voegwoord dat.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeelden
Directe rede (bij een citaat)
- Merijn zei: "Gym is mijn lievelingsvak."
- "Gym is mijn lievelingsvak", zei Merijn.
Indirecte rede
- Merijn zei dat gym zijn lievelingsvak is.

Slide 21 - Tekstslide


Joep zei dat hij moe was
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 22 - Quizvraag


De leraar vertelde: "Volgende week hebben wij een proefwerk."

A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 23 - Quizvraag



Dave zei: "Ik ben verliefd!"
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 24 - Quizvraag


"Ik moet eerst mijn schaatsen laten slijpen", zei mijn moeder.
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 25 - Quizvraag

"Hij is bang", zegt hij.
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 26 - Quizvraag


Jan vertelde gisteren dat hij naar de tandarts moest.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 27 - Quizvraag



"Ik heb de hele dag ziek in bed gelegen", zei Jelle.
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 28 - Quizvraag

In de ... herhaal je letterlijk wat iemand heeft gezegd.

Slide 29 - Open vraag

Aanhalingstekens
Je gebruikt aanhalingstekens als je de directe rede gebruikt. Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer (citeren). Om het citaat zelf zet je aanhalingstekens.

Als je eindigt met het citaat, kondig je dit aan met een dubbele punt.
Lars zei gisteren: "Ik ben zo blij met mijn nieuwe bureaulamp."

Als je begint met het citaat, gebruik je geen dubbele punt.  
"Ik ben zo blij met mijn nieuwe bureaulamp", zei Lars gisteren. 

Slide 30 - Tekstslide

Regel: Als de zin eindigt met een citaat, komt de punt ...
A
binnen de aanhalingstekens
B
buiten de aanhalingstekens

Slide 31 - Quizvraag

Alle leestekens (dubbele punt, aanhalingstekens en punt) staan goed in deze zin:

Milan vertelt thuis: ''dat hij weer een lolly heeft gewonnen.''
A
waar
B
niet waar fout = dubbele punt
C
niet waar fout = aanhalingstekens
D
niet waar fout = dubbele punt + aanhalingstekens

Slide 32 - Quizvraag


Welke leestekens missen in de onderstaande zin?

Ik kijk het hele jaar al uit naar dat festival
zegt mijn oudere zus ieder jaar opnieuw.
A
Een komma na 'festival' en aanhalingstekens voor 'Ik'
B
Een komma na 'festival', aanhalingstekens na die komma en aanhalingstekens voor 'Ik'
C
Een uitroepteken na 'festival' en aanhalingstekens voor 'Ik'
D
Een uitroepteken na 'festival', aanhalingstekens na dat uitroepteken en aanhalingstekens voor 'Ik'

Slide 33 - Quizvraag

Leg de directe en indirecte rede in eigen woorden uit. Maak gebruik van de volgende woorden:
'citaat, aanhalingstekens, dubbele punt, dat'
timer
2:00

Slide 34 - Open vraag

Hoeveel heb je geleerd deze les?
0100

Slide 35 - Poll

Aan de slag!
Maak opdracht 2 (blz. 185)

Slide 36 - Tekstslide