OPS Thema 19

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ontwikkelings psychologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Een informeel gesprek is zakelijk van aard
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Informeel is een ander woord voor informeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een informeel gesprek vindt altijd plaats op een afgesproken tijdstip
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een slechtnieuwsgesprek is hetzelfde als een informatief gesprek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een lijst met aandachtspunten kan een hulpmiddel zijn bij een informatief gesprek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Bij een helpend gesprek adviseer je de ouders hoe ze thuis het beste kunnen omgaan met hun kind
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag


Een e-mail sturen is een voorbeeld van schriftelijk informatie doorgeven aan ouders
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Bij het informeren van de ouders als groep staat het kind centraal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De informatie op het mededelingenbord moet actueel zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Via sociale media kun je bijdragen aan het positieve imago van je
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Formeel/informeel

Slide 12 - Woordweb

Informeel
Een spontaan vrijblijvend gesprek dat men om die reden nauwelijks voorbereidt en je min of meer op elk moment kunt beëindigen. 

Slide 13 - Tekstslide

Formeel gesprek
Is en betekenisvol gesprek met een bepaald doel, op een vooraf gesproken tijdstip. Het gesprek wordt ook voorbereid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

opdracht 1

Zet het begrip naast de juiste beschrijving.
Kies uit: formeel gesprek – heen-en weerschriftje– informeren – informeel gesprek

Slide 16 - Tekstslide

Een betekenisvol gesprek met een bepaald doel, op een vooraf afgesproken tijdstip. Het gesprek wordt ook voorbereid.

Slide 17 - Open vraag

Een verslag van belangrijke gebeurtenissen in het leven van een kind.

Slide 18 - Open vraag

Een spontaan, vrijblijvend gesprek, niet of nauwelijks voorbereid, die je min of meer op elk moment kunt beëindigen.

Slide 19 - Open vraag

Inlichtingen verstrekken, iemand iets laten weten.

Slide 20 - Open vraag

Welke soorten informeel contact kennen jullie?

Slide 21 - Woordweb

Welke soorten formeel contact kennen jullie?

Slide 22 - Woordweb

10 min in tweetallen
Wat zijn jouw sterke kanten in het informele contact met ouders? Licht je
antwoord toe. Bijvoorbeeld: Ik begin gemakkelijk een praatje en weet altijd wel een
gespreksonderwerp te bedenken.
• Vorm tweetallen.
• Vraag aan je medestudent waarin hij vindt dat jij goed bent als
het gaat om informele contacten.
Klopt dit met wat je hebt opgeschreven? Wat zijn de verschillen?


Slide 23 - Tekstslide

Bij een ................. wissel je gegevens uit over het kind.
Bij een .................. geef je ouders ondersteuning bij een opvoedingsprobleem.
Een .....................heeft een probleem als onderwerp.

Slide 24 - Open vraag

Gesprek met nieuwe ouders over de regels en de
afspraken van de organisatie

Gesprek met ouders als kind vanwege herhaaldelijk
agressief gedrag niet meer welkom is op de bso.

Gesprek met ouders om te adviseren bij slecht slapen
informatief
slechtnieuwsgesprek
Helpend

Slide 25 - Sleepvraag


1. Het meehelpen van ouders noem je een informele activiteit

A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

2. Door mee te helpen bij een activiteit laten ouders zien dat ze het kindcentrum of de school belangrijk vinden
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

3. Door mee te helpen bij een activiteit weten ouders meer over de opvang of school
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag


4. Kinderen vinden het meestal niet fijn als ouders meehelpen bij een activiteit

A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

5. Samen dingen doen is geen goede manier om het contact te verbeteren, omdat de pedagogisch werker op dat moment te druk is om te communiceren met de ouder.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Beschrijf een situatie van ouderhulp bij jou in je BPV.

Slide 31 - Open vraag

Geeft ouders basisinformatie over de organisatie, het beleid en de dagelijkse gang van zaken in de groep het dagprogramma en hoe de overblijf en gym, zoals de
schooltijden, geregeld zijn.

Slide 32 - Open vraag

Ingezet door veel organisaties, bevat praktische informatie
over een bepaalde periode en verschijnt op regelmatige
tijden.

Slide 33 - Open vraag

Geeft niet alleen een beeld van de organisatie maar ook
achtergrondinformatie over het pedagogisch beleid, zoals de
visie en doelstellingen van de organisatie. Soms presenteren
de kinderen zelf hun groep, al dan niet met foto’s of
filmpjes. Deze informatie kan iedereen thuis bekijken.

Slide 34 - Open vraag

Een prima plek om praktische informatie kwijt te kunnen die
voor elke ouder belangrijk is. Bijvoorbeeld dat er een bezoek
wordt gebracht aan de kinderboerderij, dat er rodehond
heerst of dat de schoolfotograaf komt.

Slide 35 - Open vraag

Mogelijkheden om met elkaar contact te hebben, informatie
uit te wisselen en foto’s of filmpjes te delen. In besloten
groep communiceren met ouders of met oudere kinderen op
een bso.

Slide 36 - Open vraag

Een goede gelegenheid om elkaar te ontmoeten

Slide 37 - Open vraag

Op een website staat informatie vaak
puntsgewijs en beknopt. Noem ten minste vijf punten.

Slide 38 - Woordweb

Opdracht 10 en 11
Deze twee opdrachten maken jullie in een groepje van 3 personen. Hier gaan we de volgende les mee aan de slag. 

Slide 39 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze manier les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Slide 41 - Tekstslide