H 11.4 Schakelen met magneten B4 les 4

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

 11 Schakelingen
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 4!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Tekstslide

H11 Schakelingen CE
Introductie
§ 11.1 Weerstand
§ 11.2 Weerstand, spanning en stroomsterkte
§ 11.3 Variabele weerstanden

§ 11.4 Schakelen met magneten
§ 11.5 Schakelen met halfgeleiders



Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite

Slide 6 - Tekstslide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 7 - Woordweb

Terugblik
  1. Je kunt beschrijven hoe de weerstand van een NTC verandert als de temperatuur verandert.
  2. Je kunt beschrijven hoe de weerstand van een LDR verandert als de sterkte van het licht verandert.
  3. Je kunt de werking van een variabele weerstand uitleggen.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 11.4 Schakelen met magneten
  1. Je kunt de drie onderdelen beschrijven van een eenvoudige automatische schakeling.
  2. Je kunt de werking van een relais uitleggen.
  3. Je kunt de onderdelen van een relais benoemen.
  4. Je kunt uitleggen hoe schakelingen met een relais werken.
  5. Je kunt de werking van een reedcontact uitleggen.

Slide 9 - Tekstslide

11.4

Slide 10 - Tekstslide

Automatische schakelingen
Veel mensen hebben een buitenlamp die vanzelf aan- en uitgaat. Zo’n lamp wordt bediend door een automatische schakeling.

Een eenvoudige automatische schakeling bestaat uit drie delen:
een sensor, een schakelaar en een actuator.
De sensor produceert een elektrisch signaal dat informatie over de omgeving geeft.
De schakelaar schakelt iets in of uit als de sensor daar het signaal voor geeft.
De actuator doet iets wat nuttig of prettig is voor de gebruiker van de schakeling.

Slide 11 - Tekstslide

Automatische schakeling
Sensor  ---->  automatische schakelaar ----> actuator

lichtsensor                                                                   lamp
geluidssensor                                                            motor
bewegingssensor                                                    sirene
temperatuursensor                                               verwarming

Slide 12 - Tekstslide

Sensor
Sensor 'voelt'
Sensor = reageert op signalen uit de omgeving
Produceert een elektrisch signaal dat informatie over de omgeving geeft.

Bijvoorbeeld: een thermometer, NTC, LDR
Jouw scherm v/d telefoon geeft in het donker ook meer licht!

Slide 13 - Tekstslide

Actuator

Dit is het uiteindelijke doel. 

De actuator doet iets wat nuttig is voor de gebruiker van de schakeling.


Denk aan het aanzetten van een lamp, een alarm, een verwarming, een koelkast, een motor.


Slide 14 - Tekstslide

Hoe werkt dat nu?
Het signaal van de sensor komt bij de verwerker
Deze verwerkt het signaal en bepaalt wat er moet gebeuren.

1.De buitenlamp had minder licht 
-> Dus moet de lamp gaan branden want het is donker

2.De buitenlamp vangt veel licht op 
-> Lamp moet uitblijven het is nog licht genoeg!

Slide 15 - Tekstslide

Automatische schakelingen
Een schakeling die automatisch een taak uitvoert. 
Bevat altijd een sensor, een schakelaar en een actuator 

Sensor= LDR
Schakelaar= Ontvangt signaal van sensor en zet lamp aan of uit
Actuator= voert de taak uit, in dit geval de lamp

Slide 16 - Tekstslide

Relais

Een relais is een automatische schakelaar die je in allerlei 
apparaten kunt tegenkomen: wasmachines, televisies, magnetrons, buitenlampen, enzovoort. Je kunt een relais herkennen aan het klikkende geluid dat hij tijdens het schakelen maakt.

In een relais zit een elektromagneet (afbeelding 2). Dit is een lange, geïsoleerde koperdraad die rond een ijzeren kern is gewikkeld. Zo’n spiraalvormig gewikkelde koperdraad noem je een spoel.  Als je stroom door een spoel laat lopen, wordt hij 
magnetisch. Net als bij een staafmagneet heb je een noordpool 
aan de ene kant en een zuidpool aan de andere kant.

Slide 17 - Tekstslide

Het relais
  • Het relais is een schakelaar die wordt bediend door een elektromagneet.
  • Een elektromagneet bestaat uit een spoel en een ijzeren kern.

Slide 18 - Tekstslide

Het relais
 Is de elektromagneet aan, dan maakt het anker contact met het maakcontact. Is de elektromagneet uit, dan maakt het anker contact met het breekcontact.
Aan de onderkant bevinden zich metalen aansluitpinnen waarmee je het relais kunt aansluiten (afbeelding 3b).

In afb 3a zie je een foto van een relais. De elektromagneet zit links. Rechts zie je de twee contactpunten waartussen het relais kan schakelen. Het schakelen tussen de contactenpunten gebeurt met een anker. Het anker is een stalen strip. Deze beweegt op en neer door de elektromagneet. De twee contactpunten waar het anker tussen beweegt, zijn het maakcontact en het breekcontact

Slide 19 - Tekstslide

Werking van een Relais

Slide 20 - Tekstslide

Startmotor auto met relais
-Sleutel in slot
-Spoel magnetisch
-Anker naar M
-Motor aan.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

uitleg Relais - inbraakalarm

Slide 23 - Tekstslide

Een inbraakalarm
In de afbeelding zie je een
schakeling die wordt gebruikt 
als inbraakalarm bij een 
winkelruit van een juwelier. 
In deze schakeling wordt het
breekcontact van het relais 
gebruikt. Zolang de stroomkring
door de ruit gesloten blijft, loopt er
stroom door de spoel. De elektro-
magneet trekt in deze situatie het
 anker naar zich toe. Hierdoor kan er geen stroom via het breekcontact lopen: de sirene staat uit.

Slide 24 - Tekstslide

Een inbraakalarm
Als de draad op de ruit breekt, 
loopt er geen stroom meer door de 
spoel. De spoel is daardoor niet
meer magnetisch. 
De veer trekt het anker dan naar het
breekcontact B. 
De stroom in stroomkring 2 wordt
daardoor ingeschakeld: 
de sirene gaat aan.

Slide 25 - Tekstslide

Reed contact
Schakelaar die reageert op een magneet.

Wanneer de magneet in de buurt is geeft het reed contact de stroom door. 

Slide 26 - Tekstslide

Raambeveiliging
Er bestaan ook alarmsystemen waarmee je openslaande ramen kunt beveiligen. Op de volgende slide zie je het schakelschema van zo’n inbraakalarm. Het alarm gaat af op het moment dat het raam wordt opengemaakt.


In deze alarmschakeling wordt gebruikgemaakt van een 
reedcontact. Dat is een schakelaar die reageert op een magneet.
In afbeelding hiernaast zie je hoe dat werkt. 
Als je een magneet bij het reedcontact houdt, 
klikken de twee stalen strips tegen elkaar aan. Zo wordt de stroom ingeschakeld. Als je de magneet weghaalt, veren de strips weer bij elkaar vandaan. Dan wordt de stroom uitgeschakeld.

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeldschakeling raambeveiliging

Slide 28 - Tekstslide

Uitleg Reedcontact
  • Wordt gebruikt als schakelaar / sensor
  • schakelaar die werkt op een magneet
  • Magneet bij reedcontact => gesloten contact => stroom


  • Toepassingen:
    - positie/niveau sensor
    - fietscomputer/ km-teller

Slide 29 - Tekstslide

Samenvatting:
  • Een relais is een automatische schakelaar.
  • Een relais is aangesloten op twee stroomkringen.
  • Een relais heeft een maakcontact en een breekcontact.
  • Het anker wordt wel of niet aangetrokken door de elektromagneet.
  • Is de elektromagneet aan, dan maakt het anker contact met het maakcontact.
  • Is de elektromagneet uit, dan maakt het anker contact met het breekcontact.
  • Voorbeeld van schakelen met het maakcontact: de startmotor van een auto.
  • Voorbeeld van schakelen met het breekcontact: een inbraakbeveiliging.
  • Een reedcontact is een schakelaar die reageert op een magneet.
  • In het reedcontact klikken twee strips tegen elkaar aan als de magneet bij het contact wordt gehouden.
  • Als de strips tegen elkaar aan klikken, laat het reedcontact stroom door.

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak van paragraaf 11.4
opdracht: 2, 4, 6, 8, 10 en 14
Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 11.4
2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14
Je mag samenwerken!

Slide 32 - Tekstslide

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt de drie onderdelen beschrijven van een eenvoudige automatische schakeling.
  2. Je kunt de werking van een relais uitleggen.
  3. Je kunt de onderdelen van een relais benoemen.
  4. Je kunt uitleggen hoe schakelingen met een relais werken.
  5. Je kunt de werking van een reedcontact uitleggen.

Slide 33 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 34 - Woordweb

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 35 - Woordweb

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

  • Zet in je planner!!
  • Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Slide 39 - Tekstslide