2.2 Voedingstoffen

2.2 Voedingstoffen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Voedingstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
2. Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies.


Slide 2 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen

Er zijn zes groepen voedingsstoffen:
• eiwitten
• koolhydraten
• vetten
• water
• mineralen
• vitaminen


Slide 3 - Tekstslide

Je hebt alle groepen voedingsstoffen nodig om gezond te blijven. Vooral een tekort aan mineralen en vitaminen kan ziekte veroorzaken. Mineralen en vitaminen zijn beschermende stoffen.
Bijv. Scheurbuik

Slide 4 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten zijn ten eerste bouwstoffen. Nodig voor het vormen van cellen (bijv. spiercellen). Wat er over is wordt gebruikt als brandstof. 
Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.

Slide 5 - Tekstslide

Koolhydraten
Koolhydraten gebruikt je lichaam vooral als  brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.
Voorbeelden zijn suiker en zetmeel. 

Slide 6 - Tekstslide

Vetten
Vetten zijn een hele goede brandstof, maar worden ook gebruikt als bouwstof en worden snel opgeslagen als reservestoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Water
Je lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water. Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.

Slide 8 - Tekstslide

Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld kalk (voor je botten), natrium, ijzer en magnesium.  

Slide 9 - Tekstslide

Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen. 
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.
A, B, C, D en K. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat? 2.2 Voedingsstoffen - opdrachten 1 t/m 7.
Opdracht 3 in je boekje

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide