les 2+3

les 2 en 3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk vragen bespreken
Huiswerk noteren in je agenda
Lesdoelen
Uitleg thema 4, basisstof 2
Aan de slag!  



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

3 Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken.

4 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Baarmoeder 
De Baarmoeder is ongeveer zo groot als een peer. 

De baarmoeder is erg rekbaar dit is nodig omdat een baby hierin groeit als de vrouw zwanger is. 


Slide 5 - Tekstslide

Eierstok
In de eierstok zitten de eicellen van een vrouw. Deze cellen zijn onrijp. 

De eicellen zijn al vanaf de geboorte aanwezig dit zijn honderdduizenden stuks er komen geen nieuwe bij. 

In de puberteit beginnen de onrijpe eicellen zicht te ontwikkelen.



Slide 6 - Tekstslide

Ovulatie
Vanaf de puberteit wordt ongeveer één keer per maand een eicel rijp.
De rijpe eicel komt dan vrij uit een eierstok. 
Dit heet de ovulatie of eisprong.
De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder.
Een eicel blijft na de ovulatie maar twaalf tot vierentwintig uur in leven. Daarna sterft hij af.
De resten worden opgenomen in het bloed. 
Dit gebeurt in een eileider.

Slide 7 - Tekstslide

Bevruchting
Als de eicel na de ovulatie wordt bevrucht door een zaadcel van een man, blijft de eicel in leven.

 In de baarmoeder kan de bevruchte eicel zich ontwikkelen tot een kind.

 De vrouw is dan zwanger.


Slide 8 - Tekstslide

Clitoris
In de afbeelding hiernaast zie je de uitwendige geslachtsorganen van een vrouw.  We noemen dit een vulva.

 De clitoris (spreek uit: clí-toris) is gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven.
 Alleen de clitoriseikel is aan de buitenkant zichtbaar. Dit ‘knopje’ is erg gevoelig.
 Het wordt omgeven door een huidplooi: de clitorishoed. 
De clitoris bestaat verder uit zwellichamen.
 Als een vrouw seksueel opgewonden raakt, vullen de zwellichamen zich met bloed. 
Ze worden daardoor groter en steviger.

75% van de vrouwen kunnen alleen een orgasme bereiken als de clitoris geprikkeld wordt. 

Slide 9 - Tekstslide

Schaamlippen
De binnenste schaamlippen zijn gladde, dunne huidplooien. Aan de bovenkant komen ze samen onder de clitoris. 
Tussen de binnenste schaamlippen liggen de opening van de urinebuis en van de vagina.

De vagina verbindt de vulva met de baarmoeder. 
In de wand van de binnenste schaamlippen liggen klieren die bij seksuele opwinding of wrijving slijm produceren.

Om de binnenste schaamlippen liggen de buitenste schaamlippen (de behaarde huidplooien).

Bij de meeste vrouwen zijn de binnenste schaamlippen na de puberteit groter dan de buitenste.

Slide 10 - Tekstslide

Maagdenvlies
Vooraan in de vagina ligt het maagdenvlies. Het maagdenvlies is een randje weefsel aan het begin van de vagina.
 Sommige meisjes worden zonder maagdenvlies geboren. 
Het maagdenvlies is geen dicht vlies. 
Het hoeft dus niet doorboord te worden bij de eerste keer dat een vrouw geslachtsgemeenschap heeft.
De meeste meisjes en vrouwen bloeden dan ook niet tijdens ‘de eerste keer’.

Slide 11 - Tekstslide

Menstruatie
De wand van de baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren die vanbinnen is bekleed met baarmoederslijmvlies.

 Ongeveer één keer per maand laat het baarmoederslijmvlies gedeeltelijk los dit heet menstruatie of ongesteld zijn. 

Door samentrekkingen van de spierlaag van de baarmoederwand wordt het slijmvlies met bloed afgevoerd . 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag! Thema 4.2
Wat?  Lezen va blz. 18 Maken: 1-2-8-9-10
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? Vraag 1-2 en 8 worden besproken aan het einde van de les
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 4.1 en 4.2
               



timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

De cyclus
Een gemiddelde cyclus duurt 28 dagen. 

De start van de cyclus is op dag 1 van de menstruatie. 

Op dag 14 vind de ovulatie plaats (eisprong)

Slide 17 - Tekstslide

De cyclus
Het baarmoederslijmvlies wordt afgebroken dit is de menstruatie (ongesteldheid) 

Na ongeveer 5 dagen wordt het slijmvlies weer dikker in de baarmoeder dit is nodig voor het innestelen van een eitje. 

Vind er geen bevruchting plaats dan zal het slijmvlies weer afgebroken worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Overleven!?
Sperma kan tot wel 3 dagen overleven in de baarmoeder (72 uur)

Een eicel kan tot 1 dag overleven in de baarmoeder (24 uur)

Slide 19 - Tekstslide

De cyclus
Dag 1 t/m 5: menstruatie het slijmvlies wordt afgebroken.

Dag 6 t/m 8: minder vruchtbaar weinig kans op zwangerschappen.

Dag 9 t/m 16: vruchtbare periode kans op zwangerschappen groot. (dag 14 ovulatie)

Dag 17 t/m 28: minder vruchtbaar weinig kans op zwangerschappen.

Slide 20 - Tekstslide

Hormonen
Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen. Een hormoon is alleen werkzaam in weefsels en organen die gevoelig zijn voor dat hormoon.

Een belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen is de hypofyse.


Slide 21 - Tekstslide

Hormonen
Onder invloed van de hormonen van de hypofyse beginnen de eicellen zich te ontwikkelen in de eierstokken.

Wanneer een vrouw ongeveer 50 jaar is, worden er steeds minder hormonen aangemaakt. De vrouw komt dan in de overgang.
Na de overgang rijpen er geen eicellen meer en kan een vrouw niet meer zwanger worden. Ze wordt dan niet meer ongesteld.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag! Thema 4.2
Wat?  Lezen va blz. 18 Maken: 4-6-7
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? Vraag 4-6-7 worden besproken aan het einde van de les
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 4.1 en 4.2
               



timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

huiswerk
Hoofdstuk 4 paragraaf 2 opdracht 4-6-7

Slide 24 - Tekstslide