Wijsgerige antropologie

Wijsgerige antropologie

Levensbeschouwing 
Filosofie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wijsgerige antropologie

Levensbeschouwing 
Filosofie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken
- Steek je vinger of hand op als je een vraag of opmerking hebt
- Als je niets aardigs weet te zeggen, dan mag je jouw mond houden
- Telefoons in de telefoontas
- Eten, drinken en toiletbezoek is in principe niet toegestaan?


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. Ik kan uitleggen wat een ik en een jij standpunt inhouden
  2. Ik kan de twee aanleidingen tot filosoferen benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanleidingen om te filosoferen
1. Bestaanservaringen: ingrijpende gebeurtenissen
2. Verwondering: van gewoon naar ongewoon


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik-standpunt
Wanneer we zaken vanuit onze eigen ervaringen, ideeën en leven bekijken > je blijft dan bij jouw eigen overtuigingen, vanuit jouw situatie bezien

Jij-standpunt
Wanneer we zaken vanuit de ervaringen, ideeën en leven van anderen bekijken > je verplaatst je dan in de situatie van een ander en probeert zijn/haar overtuigingen echt te begrijpen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 4: waarom filosoferen?
Filosofie > filo (houden van) + sophia (wijsheid) = wetenschappelijke manier van (door)denken over waar het leven, de wereld en de werkelijkheid uiteindelijk om gaan.
1. Je kunt het nuttig vinden (het heeft een hoger doel)
- levenswijsheid: verstandiger omgaan met ervaringen
- levenswijsheid: vinden van antwoorden op bestaansvragen
- levenswijsheid: kritisch na leren denken en eigen mening vormen
2. Je kunt het leuk vinden (het heeft een doel in zichzelf)
- door na te denken over wat voor jou belangrijk is
- met vrienden/familie discussiëren
3. Je kunt er wijs mee worden (doel in zichzelf + hoger doel)
- verlangen om jezelf verder te ontwikkelen
Filosofie > filo (houden van) + sophia (wijsheid) = wetenschappelijke manier van (door)denken over waar het leven, de wereld en de werkelijkheid uiteindelijk om gaan.
 Doelen om te filosoferen:
1. Je kunt het nuttig vinden (het heeft een hoger doel) 
- levenswijsheid: verstandiger omgaan met ervaringen 
- levenswijsheid: vinden van antwoorden op bestaansvragen 
- levenswijsheid: kritisch leren na te denken en eigen mening vormen 

2. Je kunt het leuk vinden (het heeft een doel in zichzelf) 
- door na te denken over wat voor jou belangrijk is 
- met vrienden/familie discussiëren 

3. Je kunt er wijs mee worden (doel in zichzelf + hoger doel) 
- verlangen om jezelf verder te ontwikkelen

Slide 6 - Tekstslide

Waarom filosofie?
Wat is wijsgerige antropologie?
Antropos(Grieks)Mens- Logos(Grieks)leer/kennis
Een filosofische studie naar de mens
De centrale vraag daarbij is: Wat is de mens? Wat maakt de mens specifiek een mens?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofische vragen gaan over...
  • Betekenis: wat dingen in essentie zijn, wat we bedoelen als we het hebben over X. Wat is…? Is … altijd…?

  • Goed en slecht: wat goed en slecht is of hoe het eigenlijk zou moeten. Is het erg dat…? Zou … altijd zo moeten zijn? Wat is een goede…? Is … altijd goed? Mag je…? Moeten mensen/overheden/docenten/… altijd/meer …?

  • Kennis: hoe we kunnen weten of dingen zo zijn, wat het verschil is tussen weten, geloven en denken. Hoe kan je weten of…? Kunnen mensen weten dat…? Kan je ooit zeker weten…?

  • Echt en onecht: wat er écht bestaat en wat niet en wat er echt kan bestaan. Bestaat…? Zijn… echt?

Slide 10 - Tekstslide

- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)

(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.." 

(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde. 
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc. 
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander. 
Filosofische vragen...
...zijn vaak meerduidig: je kunt de vraag op verschillende manieren opvatten en uitleggen. Er zijn verschillende antwoorden mogelijk.

...leiden vaak tot nieuwe vragen.


 


Slide 11 - Tekstslide

- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)

(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.." 

(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde. 
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc. 
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander.