Werk


Werk
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Werk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de foto. Praat met je begeleider.

  • Wat zie je op de foto?
  • Werk je?
  • Waar werk je?
  • Heb je gewerkt? In Nederland of in je eigen land?
  • Wat voor werk heb je gedaan?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Luister naar het gesprek Waar werk je? 
Je hoort Joyce en Tristan.


Wat voor werk doet Tristan?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor werk doet Tristan?
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Op welke dag werkt Tristan niet?
A
maandag
B
vrijdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Op welke dag werkt Tristan niet?

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 4. Kijk naar de plaatjes. 
  • Welke beroepen ken je?
  • Ken je nog meer beroepen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 5. Luister naar het gesprek Waar werk je? (2).
  • Je hoort mevrouw El Hamdi, Saïd en Jan Helmond.


  • 6. Luister nog een keer naar het gesprek en geef antwoord.
  • Waarom kan Saïd niet naar zijn werk?
  • Wanneer is Saïd weer beter?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Vul het antwoord in.

Waar woon je nu?

A
Prima!
B
In Amsterdam.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Vul het antwoord in.
Wat voor werk doe je?

A
Ik ben kapper
B
Op maandag ben ik vrij.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Vul het antwoord in.
Ik ben ziek.

A
Wat leuk!
B
Wat vervelend!

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Vul het antwoord in.

Wat zijn je klachten?

A
Ik heb hoofdpijn.
B
Het is heel druk.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Wat kun je zeggen? Wijs het antwoord aan.
Waar woon je nu? 
Prima! In Amsterdam.

Wat voor werk doe je? 
Ik ben kapper Op maandag ben ik vrij.

Ik ben ziek. 
Wat leuk! Wat vervelend!

Wat zijn je klachten? 
Ik heb hoofdpijn. Het is heel druk.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Luister naar je begeleider. Tik op de tafel.
Je begeleider leest het gesprek voor. Hoor je een woord met een ‘b’?
Tik op de tafel als je een woord met een ‘b’ hoort.

9. Luister naar je begeleider en wijs aan.
Werkt deze persoon binnen of buiten?
binnen buiten

10. Wat is het beroep?
Luister naar je begeleider. Wat hoor je? Sta op.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

T11. Taalriedel
Hoe is het met je?
Hoe is het met je?
Goed, en met jou?
Goed, en met jou?
Prima!
Prima!
Waar woon je nu?
Waar woon je nu?
In Amsterdam.
In Amsterdam.
Wat voor werk doe je?
Wat voor werk doe je?
Ik ben kapper.
Ik ben kapper.
Werk je fulltime?
Werk je fulltime?
Nee, op maandag ben ik vrij.
Nee, op maandag ben ik vrij.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12. Luister naar je begeleider. Zeg de zinnen na.

  • 1. Kan ik Jan spreken?
  • 2. Ik zal je even doorverbinden.
  • 3. Ik ben ziek.
  • 4. Ik kan vandaag niet werken.
  • 5. Het is heel druk.
  • 6. Wat zijn je klachten?
  • 7. Hoofdpijn en koorts.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13. Zeg het gesprek na. (1)
  • Joyce: Hé Tristan, hoe is het met je?
  • Tristan: Goed! En met jou?
  • Joyce: Prima!
  • Waar woon je nu?
  • Tristan: In Amsterdam.
  • Joyce: Wat voor werk doe je?
  • Tristan: Ik ben kapper. Ik werk in een kapsalon.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14. Zeg het gesprek na. (2)

  • Jan Helmond: Met Jan Helmond.
  • Saïd: Hallo Jan, met Saïd.
  • Ik ben ziek. Ik kan vandaag niet werken.
  • Jan Helmond: Wat vervelend! Het is heel druk.
  • Saïd: Ik denk dat ik woensdag weer beter ben.
  • Jan Helmond: Oké. Beterschap, Saïd.
  • Saïd: Bedankt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

15. Luister naar je begeleider. Wat kun je antwoorden?
Bedenk zoveel mogelijk antwoorden.
Wat voor werk doe je?
..................................................................................

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

16. Maak het gesprek compleet. Je bent ziek. Je kunt vandaag niet werken. Je belt op naar je werk.
Voer het gesprek.

  • Jan Helmond: Timmerfabriek De Boer.
  • Met Jan Helmond
  • Ik: ............................................................................
  • Jan Helmond: Wat vervelend!
  • Wat zijn je klachten?
  • Ik: ............................................................................
  • Jan Helmond: Wanneer kun je weer komen werken?
  • Ik: ............................................................................
  • Jan Helmond: Oké. Beterschap.
  • Ik: ............................................................................

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

18. Je ziet bij de bushalte een vriend. Hij heeft net een nieuwe baan.
Maak een praatje over zijn werk.

19. Je bent ziek. Je kunt vandaag niet werken. Je belt op naar je werk.
Voer het gesprek.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


20. Kijk nog een keer naar de foto. 
  • Geef antwoord op de vragen.
  • Bedenk je eigen verhaal.


  • Hoe heet de man op de foto?
  • Wat is zijn beroep?
  • Doet hij dit werk al lang?
  • Wie is de vrouw?
  • Wat is haar beroep?
  • Waar denkt ze aan?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11. Taalriedel
Hoe is het met je?
Hoe is het met je?
Goed, en met jou?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je  telefoon

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden hebben we
vorige week geleerd?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord heb je vorige week geleerd?

Maak een zin met dat woord.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 minuten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
B

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Luister: hoeveel woorden hoor je?

Slide 33 - Tekstslide

Lees de volgende zinnen voor:

Leg je telefoon op de tafel

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies