WK 44: Les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Programma

- Lesdoelen (2')

- Instructie (8')

- Zelf aan de slag (20')

--> keuzeopdrachten in It's

       * Oefeningen pvtt, pvvt en vd

        * Flipquiz (mag in duo's)

--> oefentoets in LessonUp (tip!)

- Kahoot (7')

- Evaluatie (3')

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ...kun je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

werkwoordspelling

Voordat we beginnen...

- Wat is een voltooid deelwoord deelwoord?

- Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Van voltooid deelwoord naar bijvoeglijk naamwoord.

Van een voltooid deelwoord (werkwoord) kan je

een bijvoeglijk naamwoord maken.

Schrijf dat bijvoeglijk naamwoord

zo kort en eenvoudig mogelijk op.

Voltooid deelwoord

Mijn moeder heeft de auto gewassen

De aardappels zijn aangebrand

De toneelspeler is verkleed

Gisteren heeft Rob het plafond gewit

Bijvoeglijk naamwoord

De gewassen auto

De aangebrande aardappels

De verklede toneelspeler

Het gewitte plafond

OEFENING

In de volgende slides staan zinnen.

 

Maak van het voltooid deelwoord in de zin

een bijvoeglijk naamwoord.

Onze auto is gisteren gerepareerd.
Onze ____ auto.

Het water is vannacht bevroren.
Het ___ water.

Gelukkig is het vliegtuig veilig geland.
Het ____ vliegtuig.

De jarige is verrast door alle aandacht.
De ___ jarige.

Het fietspad is verbreed.
Het ___ fietspad.

De wielrenners zijn volledig uitgeput.
De ___ wielrenners.

Het huiswerk is gemaakt.
Het ____ huiswerk.

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord
redden ?

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord
verven ?

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord
opeten ?

Zelf aan de slag!

- Ga naar It's Learning > map Spelling 

- Kies één opdracht waar je nog mee wilt 

  oefenen (pvtt, pvvt, vd of alles door elkaar)

 

                                 OF

- Ga naar LessonUp en maak de OEFENtoets

  die ik voor je heb klaargezet.

https:

Extra oefening 

1. Persoonsvorm vinden in een zin

2. Ik-vorm maken

3. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

4. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (2)

5. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (3)

6. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (4)

7. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (5)

8. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (6) -> meerdere oefeningen!

PV TT

Lees de theorie op blz. 24 én 25

Extra oefening 

1. De verleden tijd van sterke werkwoorden: oefening 1 & oefening 2

3. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (1)

4. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (2)

5. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (3) 

6. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (4) 

7. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (5)

8. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (6) -> scroll naar benedenen voor meerdere oefeningen!

PV VT

Lees de theorie op blz. 72 - 73

Extra oefening 

1.  Oefening voltooid deelwoord (laatste letter 't')

2. Oefening voltooid deelwoord (laatste letter 'd')'.

3. Oefening voltooid deelwoord (sterke ww'en).

2.  Oefening voltooid deelwoord (alles door elkaar).

  VD

Lees de theorie op blz. 74!

Extra uitdaging

1. Oefening persoonsvorm en voltooid deelwoord door elkaar 

2. Gebeurt of gebeurd?!

3.  Maak de werkwoordspellingpuzzel (pv tt, pv vt en vd)

Extra uitdaging

1. Oefening verleden tijd van sterke én zwakke werkwoorden

2. Oefening verleden tijd van sterke én zwakke werkwoorden

3. Oefenen met de pv in de tegenwoordige tijd (t.t.) én verleden tijd (v.t.) van zwakke en sterke werkwoorden **

Evaluatie

- Hoe ging het vandaag?

- Heb je nog dringende vragen?