6V 17.1 en 17.2 Ecosysteem stad

H 17 Stedelijke ecosystemen
* Wat is ook alweer een ecosysteem?
Aha...volgende vraag!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H 17 Stedelijke ecosystemen
* Wat is ook alweer een ecosysteem?
Aha...volgende vraag!

Slide 1 - Tekstslide

noem onderdelen van
een stedelijk ecosysteem

Slide 2 - Woordweb

Energie in een ecosysteem
* Fotosynthese is bekend --> levert energie uit zonlicht
* producenten --> consumenten (1e, 2e, 3e orde) 
* energie gaat in elke stap verloren
* Waar blijft die energie?
* Wat is de rol van reducenten?

* Maar nu: chemosynthese...

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Maak nu opdr. 3 op blz 11
Vorm groepjes van 4 leerlingen
Probeer de afbeelding te begrijpen door zeer  goed te lezen
Komen jullie er niet uit?
Formuleer dan precies wat je niet begrijpt
Laat de jongste van de groep die vraag aan de docent stellen

Slide 5 - Tekstslide

Lees 17.1 (was huiswerk)
Weet je wat de volgende begrippen inhouden?
- anorganische stoffen
- chemosynthese
- symbiose: mutualisme, commensalisme, parasitisme
- foto-autotroof
- chemo-autotroof
- microklimaat

Slide 6 - Tekstslide

Symbiotische zwavelbacteriën leven in kokerwormen. Welk type symbiose is dit?
A
Commensalisme, want beide soorten organismen leven van dezelfde stoffen
B
Mutualisme. De bacteriën krijgen bescherming van de kokerwormen. De kokerwormen krijgen organische stoffen van de bacteriën.
C
Parasitisme, want de bacteriën onttrekken organische stoffen aan de kokerwormen
D
Predator-prooi-relatie, want de kokerwormen leven van de bacteriën

Slide 7 - Quizvraag

Geef twee voorbeelden van anorganische stoffen

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Assimilatie / dissimilatie
Om energiestromen e.d. goed te kunnen begrijpen moet je deze twee begrippen kennen.
Assimilatie = opbouwreacties. Hierbij worden grotere stoffen gemaakt (bijv. glucose) waarin energie wordt opgeslagen.

Dissimilatie = afbraakreacties. Hierbij worden grotere stoffen afgebroken, waarbij de opgeslagen energie vrij komt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vetten
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 15 - Quizvraag

Water
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 16 - Quizvraag

Enzymen
A
Organisch
B
Anorganisch
C
kan zowel organisch als anorganisch zijn

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden van chemosynthese....
...op de volgende dia's....
NIET uit je hoofd leren......
WEL kunnen herkennen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Ter lering ende vermaak...
Het volgende filmpje is een klassieker, die je waarschijnlijk al wel kent.  Op pagina 13 gaat het over 'adaptatie'. Nou, dit een een goed voorbeeld daarvan.
Als je het filmpje al kent, ga dan vooral verder, maar zo niet....dan moet je echt even kijken!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Lees 17.2 door (was huiswerk)
Bestudeer vooral bron 5 goed.
Kun je uitleggen wat het verschil is tussen het 'foundereffect' en het 'flessenhalseffect'?

Het volgende filmpje is geen verplichte leerstof, maar geeft wel wat meer info over de halsbandparkieten... (4 min.)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Wat is waar over het 'foundereffect' en het 'flessenhalseffect' in bron 5?
A
Bij het 'flessenhalseffect' is er sprake van het stichten van een nieuwe populatie op een andere plek
B
Bij het 'foundereffect' speelt natuurlijke selectie een grote rol.
C
De oorzaak is verschillend, maar de uitkomst is vergelijkbaar namelijk weinig genetische variatie
D
De oorzaak is vergelijkbaar, namelijk natuurlijke selectie, maar de uitkomst is verschillend.

Slide 27 - Quizvraag

Bestudeer bron 6 zorgvuldig
- Welke twee factoren bepalen het evenwichtspunt?
- Waarom ligt dit evenwichtspunt op een groot eiland verder naar rechts dan op een klein eiland (en wat betekent dit?)
- Waarom ligt dit evenwichtspunt op een nabij eiland meer naar rechts dan op een veraf eiland (en wat betekent dit?)
- Wat heeft de eilandtheorie met 'ecologie in de stad' te maken?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide