Powercollege 13_Werkgelegenheid einde WOI (G)

Powercollege 13 Werkgelegenheid einde WOI 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Powercollege 13 Werkgelegenheid einde WOI 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat vraag en aanbod is van de arbeidsmarkt.
  • Je weet hoe de 1e wereldoorlog ervoor heeft gezorgd dat het aanbod op de arbeidsmarkt sterk is gegroeid.
  • Je weet wat het begrip beroepsbevolking is en wie daar onder valt.
  • Je weet wat arbeidsdeelname betekent.  

Slide 2 - Tekstslide

Vraag en aanbod bij arbeid
  • De arbeidsmarkt is de plek waar mensen werk zoeken.

Vraag en aanbodkant

  • De vraag kant op de markt zijn alle organisaties die mensen vragen om voor je te werken.
  • De aanbodkant zijn alle mensen die werken of willen werken. 

Slide 3 - Tekstslide

fe-mi-nis-me (o) 
  • Het streven naar gelijke rechten voor vrouwen en mannen. 
  • Emancipatie: het toestaan/ gebruik maken van gelijke rechten voor vrouwen

Slide 4 - Tekstslide

Eerste golf 1850-1940

  • wettelijke gelijkheid 
  • scholing en betaalde arbeid 
  • politieke rechten
  • hoogtepunt 1890-1920 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heeft WO I volgens jullie het feminisme versterkt?

Slide 6 - Open vraag

Positie van de vrouwen WO I
  • In veel Europese landen namen vrouwen tijdens de oorlog het werk over van de miljoenen mannen die onder de wapenen waren geroepen. 
  • Aanbod in de arbeidsmarkt niet groot genoeg meer. 
  • In het neutrale Nederland gingen tussen 1914 en 1918 ook meer vrouwen aan de slag met traditioneel ‘mannenwerk’. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Steun voor het vrouwenkiesrecht

  • Als werkende vrouwen volwaardig bijdragen aan de samenleving, moeten ze ook kunnen meebeslissen over het landsbestuur. Lang voor en tijdens de oorlog vond deze opvatting weerklank onder een steeds grotere groep Nederlanders. 
  • In 1919 werd in Nederland het vrouwenkiesrecht ingevoerd.

Slide 12 - Tekstslide

Welke vrouwen deden betaald werk in de 19e eeuw?
A
Alleen de rijke vrouwen
B
Alleen de arme vrouwen
C
De arme en rijke vrouwen
D
Geen enkele vrouw

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer kwam het feminisme in Nederland ongeveer op?
A
Rond 1840
B
Rond 1860
C
Rond 1890
D
Rond 1920

Slide 14 - Quizvraag

Welk doel van de feministen in Nederland werd in 1919 bereikt?
A
Vrouwen mochten studeren
B
Vrouwen mochten betaald werk doen
C
Vrouwen mochten stemmen
D
Vrouwen mochten een school stichten

Slide 15 - Quizvraag

Het feminisme rond 1900 wordt ook wel genoemd....
A
De Eerste Feministische Golf
B
De Vereniging voor Vrouwenkiesrecht
C
De Emancipatiebeweging
D
De Eerste Feministische strijd

Slide 16 - Quizvraag

Beroepsbevolking
  • Aanbodkant van de arbeidsmarkt
  • Iedereen tussen 15-pensioenleeftijd (67)
  • Iedereen die 12 uur of meer werkt/wil werken.
  • De beroepsbevolking is sterk gegroeid de afgelopen honderd jaar doordat vrouwen zijn gaan werken en dus onderdeel van de beroepsbevolking werden. 


Slide 17 - Tekstslide

Arbeidsdeelname (arbeidsparticipatie)
  • Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort.
  • Hoge arbeidsdeelname is goed voor de economie

Slide 18 - Tekstslide