Thema media: communicatie

Communicatie
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo bLeerroute VBLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

communicatie

Slide 3 - Woordweb

Communicatie

Het geven en ontvangen van informatie.
Informatie overbrengen.

Slide 4 - Tekstslide

Communicatie
Bij communicatie heb je een zender(iets geven) en een ontvanger(iets krijgen) nodig.

Voorbeeld: 
Als een klasgenoot je opbelt met de boodschap dat je morgen het eerste uur vrij bent dan...............

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Communicatie
  1. De zender > dat ben jij
  2. Informatie > je bent het eerste uur vrij
  3. De ontvanger > je klasgenoot
  4. Het middel> telefoon

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Welke hoort er niet bij
A
Zender
B
Boodschap
C
Ontvanger
D
Praten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde bij communicatie?
A
boodschap - zender - ontvanger
B
zender - ontvanger - boodschap
C
zender - boodschap - ontvanger
D
ontvanger - boodschap -zender

Slide 10 - Quizvraag

-->
-->
Zet in de juiste volgorde:
1
2
3
     
     Boodschap

        Ontvanger

       Zender

Slide 11 - Sleepvraag

Verschillende manieren van communicatie

1. Non-verbaal/verbaal
2. Eenzijdig of tweezijdig
3. Persoonlijk of massaal






Slide 12 - Tekstslide

P-P-P-Pokerface
  • Het woord Pokerface komt dus van het spel, pokeren.

  • Je kan communiceren met woorden> verbale communicatie > praten of schrijven
  • Je kan communiceren zonder woorden
     > non-verbale communicatie> duim opsteken of zwaaien

Slide 13 - Tekstslide

Een "pokerface' is
een voorbeeld van
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie

Slide 14 - Quizvraag

Een knipoog
Het doorgeven van informatie gaat dus niet alleen 
met woorden. 

Je kan een knipoog kan gebruiken om aan te geven of je iemand leuk vindt.

 non-verbale communicatie  = lichaamstaal

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

non-verbale communicatie
A
Geen communicatie
B
Communicatie zonder woorden.

Slide 19 - Quizvraag

Communicatie zonder woorden heet ook wel
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal

Slide 20 - Quizvraag

Blozen is een voorbeeld van
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm van communicatie vindt plaats in de onderstaande situatie?

Een gast trommelt met haar vingers op tafel
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
C
verbale communicatie

Slide 22 - Quizvraag

Van welke soort communicatie gebruik je als je een e-mail stuurt?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 23 - Quizvraag

Tips
  • Denk erover na tegen wie je het hebt. Je praat anders tegen je ouders dan tegen je vrienden.
  • Denk erover na hoe je over wil komen. Als je een serieus gesprek voert doe je dat op een andere toon dan wanneer je een praatje maakt met je buurman.
  • Denk ook om je lichaamstaal!

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Maken opdracht 1 op blz 199

Slide 25 - Tekstslide

Vandaag
Aan het eind van de les kan je vertellen wat communicatie is en dat er verschillende manieren zijn van communiceren.
En weet je wat massamedia zijn.

Slide 26 - Tekstslide

2. eenzijdig of tweezijdig
eenzijdig
Je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren
je zoekt informatie op internet

tweezijdig
Je bent tegelijk zender en ontvanger.
een gesprek met iemand

Slide 27 - Tekstslide

3. persoonlijk of massaal
persoonlijk
Als er communicatie is tussen één zender en één ontvanger.

massamedia
Media die een groot publiek bereiken 

voorbeelden?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Media

Slide 30 - Woordweb

Media
De informatie wordt door veel mensen gezien gelezen of gehoord

Slide 31 - Tekstslide

Massamedia
Als informatie door veel mensen gezien, gelezen of gehoord wordt. 
Voorbeelden van massamedia:
Televisie / radio.
Websites.
Boeken.
Billboards.

Slide 32 - Tekstslide

Persoonlijk of massale communicatie

Persoonlijk: één zender en één ontvanger

Massacommunicatie: meerdere ontvangers, zoals televisiezenders of kranten (lezen of kijken heel veel mensen naar).

Tv, kranten, websites etc zijn dan voorbeelden van massamedia



Slide 33 - Tekstslide


Wat zijn media?

  • Media is het meervoud van medium
  • Media zijn communicatiemiddelen om boodschappen te verzenden
  • Meestal naar een groot publiek, je spreekt dan van massamedia
  • Je hebt media die eenzijdig communiceren (krant, televisie, radio, film),
  • maar je hebt ook media die meerzijdig communiceren (sociale media)

Slide 34 - Tekstslide


Wat zijn de functies van media?

  • Informatieve functie 
  • sociale functie
  • recreatieve functie

Slide 35 - Tekstslide

Een advertentie is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Directe communicatie
D
non-verbale communicatie

Slide 36 - Quizvraag

Een verkoopgesprek is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
D
Non-verbale communicatie

Slide 37 - Quizvraag

Bij het gebruiken van welke media ben je zender en ontvanger?

Slide 38 - Open vraag