Herhalingsles periode 3

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Wat gaan we doen vandaag
  1. Wat moet je leren voor de toets?
  2. Terugblik vorige les 
  3. Oefenvragen 

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Wat moet je leren voor de toets??
Leeroverzicht 
(op TEAMS)

Slide 4 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Terugblik vorige les 
(Het Rijk van de Roes)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa in de 9e eeuw
Abbasieden (Rijk van Harun al Rashid)
Franken (Rijk van Karel de Grote)
Roes (Rijk van Volodymyr)
Byzantium (Rijk van Anna)
Scandinavië (Rijk van de Noormannen)

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat was de hoofdstad van de Roes?
A
Kiev
B
Moskou
C
Constantinopel
D
Rome

Slide 7 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Hoe heet de belangrijkste persoon van de Orthodoxe kerk?
A
Patriarch
B
Petroleum
C
Paus
D
Patrick

Slide 8 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Hoe ziet Cyrillisch schrift er uit?
A
Cyrillisch schrift
B
כתב קירילי
C
κυριλλικό αλφάβητο
D
кириллица

Slide 9 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Herhaling leerstof Periode 3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning Genseric van de Vandalen vernielt Rome (455)
Symbool Christendom
Symbool Jodendom
Tympanon
Koning van de Vandalen
Ontvoering van een vrouw. Haar man moet huilen.
Romeinen proberen zich te verstoppen

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

           Betrouwbaar of onbetrouwbaar?
  • Een bron is een stukje informatie over het verleden 
  • Bijvoorbeeld een schilderij of een boek

  • Wat maakt een bron betrouwbaar?

Slide 12 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Welke 2 dingen bepalen of een bron betrouwbaar is?
A
Of iemand een aardig persoon is of een slecht persoon
B
Of iemand een reden heeft om te liegen
C
Of iemand er zelf bij was waarover die vertelt
D
Of iemand veel weet over dat waar die over schrijft

Slide 13 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Miriam schrijft in haar dagboek over hoe haar dag was
A
Ja, want ze was er zelf bij
B
Ja, want leerlingen liegen nooit
C
Nee, want dagboeken zijn geheim
D
Nee, mensen liegen in hun dagboek

Slide 14 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Luc en Saïd hebben ruzie. Saïd zegt achter zijn rug om lelijke dingen over Luc
A
Ja, want Luc is inderdaad stom
B
Ja, want Saïd weet toch zelf hoe Luc is
C
Nee, want Saïd heeft reden om te liegen
D
Nee, want Luc is er niet zelf bij

Slide 15 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte. 
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren. 
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente. 
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken. 
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel. 
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden. 
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Wat doe je eigenlijk als non of monnik?
  1. Mensen helpen (bijvoorbeeld mensen die ziek zijn)
  2. Boeken overschrijven 
  3.  Bidden
  4. Verspreiden van het Christendom 

Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Monnikenwerk
Tegenwoordig heet een precies werkje nog steeds monnikenwerk. 
Dit is een voorbeeld van een bladzijde uit een boek dat geschreven is door een monnik. Een handschrift. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werden de heidenen bekeerd? Wat zijn heidenen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Paus
Bisschop
Monnik of Non
Priester 
Belangrijkste geestelijke  
Woont in een klooster 
Werkt in een kleinere kerk 
Staat het dichtst bij god 

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

           Christendom verspreiden 
  • Niet iedereen in Europa was Christen  
  • Daarom gingen missionarissen mensen bekeren 
  • Soms ging dat met geweld, soms vrijwillig

  • Voorbeeld: Willibrord

Slide 25 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
           Willibrord en Bonifatius
  •  Willibrord bouwde kerken op plekken
    die voor de Franken en Friezen heilig waren.

  • Niet iedereen vond dat leuk:
     hij kreeg veel verzet
  • Bonifatius werd door Friezen vermoord 
  • Hij was een martelaar
  • Martelaar  = iemand die sterft voor zijn geloof 

Slide 26 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan islam
  • In Mekka wilde men niets van de boodschap van Mohammed weten
  • 622: Mohammed vlucht van Mekka naar Medina
  • -> start islamitische jaartelling
  • In Medina krijgt hij veel volgelingen 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren van elkaar
  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. Ze waren erg tolerant.

  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.

  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.

  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
  • Kunst:  de Arabieren bouwden prachtige paleizen en moskeeën.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschap



  • De Arabieren hadden een hoogontwikkelde cultuur, meer ontwikkeld dan Europa in vroege middeleeuwen
  • Zo werd het algebra, het rekenen met tekens en letters in Arabie bedacht. Ongeveer 820 v. Chr.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is 622 het begin van de Islamitische jaartelling?
A
Mohammed vlucht dan van Mekka naar Medina (Hedjra)
B
Mohammed werd toen geboren
C
Mohammed kreeg in dat jaar een visioen van een engel
D
Mohammed kreeg toen de 5 zuilen door van god

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef van de volgende begrippen de juiste betekenis:
a. plunderen
b. Martelaar
c. Klooster
d. Kalief

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wanneer tot wanneer duurden de middeleeuwen?
A
0-1000
B
500-1500
C
1000-1500
D
1500-1800

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de bron.

Monniken hadden in de middeleeuwen verschillende taken.

a. Welke taak van monniken kun je zien in de bron?

b. (Zonder bron) Noem nog één andere taak van monniken en nonnen.

c. (Zonder bron) Hoe heet het gebouw waar monniken en nonnen in leefden?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

           Antwoord 

Slide 37 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Bekijk de bron.

a. Hoe zie je terug in de bron dat de missionarissen christelijk zijn.

b. Wat is een ‘missionaris’?

c. Noem de naam van één bekende missionaris uit de vroege middeleeuwen.

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

           Antwoord

Slide 39 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Gebruik de bron.

Het woord 'tolerant' betekent dat je andere ideeën, gebruiken of geloven dan die van jouzelf accepteert.

Leg met behulp van de bron uit dat de moslims onder kalief Omar I redelijk tolerant waren tegenover christenen. Gebruik in je antwoord een gedeelte uit de bron

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

           Aan de slag

Slide 41 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen