les klas 2 5 maart

Hören/Grammatik 
Lesdoelen vandaag/Lernziele heute:
1. ik kan een Duits luisterverhaal begrijpen.
2: Ik kan vragen over een luisterverhaal beantwoorden.
3. ik ken de bezittelijke voornaamwoorden Duits.
4. Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden Duits toepassen.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hören/Grammatik 
Lesdoelen vandaag/Lernziele heute:
1. ik kan een Duits luisterverhaal begrijpen.
2: Ik kan vragen over een luisterverhaal beantwoorden.
3. ik ken de bezittelijke voornaamwoorden Duits.
4. Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden Duits toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Hören: Wurst
Tip voor het luisteren:
  • Lees de vraag zodat je weet waar je op moet letten.
  • Zoek in het woordenboek de vertaling van woorden die je niet begrijpt.
  • Zo nodig luister nog een keer.


Slide 2 - Tekstslide

Het volgende filmpje gaat over "Wurst ".

Slide 3 - Tekstslide

opdracht:
Bekijk de film
Vraag:
Hoeveel Kilo worst wordt er Duitsland gegeten 
per persoon?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoeveel Kilo worst wordt er Duitsland gegeten
per persoon?
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 6 - Quizvraag

vraag:
Wat eten de Duitsers liever op het brood?
Worst of Kaas

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Was essen die Deutschen lieber aufs Brot:
Wurst oder Käse?
A
worst
B
kaas
C
marmelade
D
beide evenveel

Slide 9 - Quizvraag

vraag
Wat is het Duitse woord voor slager?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is het Duitse woord voor slager?
A
Schlager
B
Metzger
C
Butcher

Slide 12 - Quizvraag

vraag:
  • Hoeveel worst soorten zijn er?
  •  Hoeveel kost de duurste worst die de "Metzger"verkoopt?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Juist of onjuist?

A: Er zijn ongeveer 1000 worstsoorten in Duitsland
B: De duurste worst kost €3,99
A
A is juist
B
B is juist
C
A en B zijn juist
D
A en B zijn juist

Slide 15 - Quizvraag

Frage
Wieviele Personen in Deutschland sind Vegetarier?
(antwoord in het Nederlands)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wieviele Personen in Deutschland sind Vegetarier?

Slide 18 - Open vraag

vraag
Nina en David doen een smaaktest.
Welke worst wint?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Welche Wurst fand man leckerer?
A
B

Slide 21 - Quizvraag

GRAMMATIK
We gaan nu aan de slag met de herhaling van de grammatica van afgelopen week:
                                 De bezittelijke voornaamwoorden. 















Slide 22 - Tekstslide

mijn
zijn
jouw
ons
haar
jullie
hun
uw
dein-
mein-
euer-
sein-
ihr-
Ihr-
ihr-
unser-

Slide 23 - Sleepvraag

Oefenen
Jullie gaan nu zelfstandig werken in het boek. Kapitel 9, 
Aufgaben 11 und 12, (herhaling bezittelijke voornaamwoorden Duits)

Slide 24 - Tekstslide

Verdiepingsopdrachten voor leerlingen die klaar zijn met de opdrachten in boek:

https://maken.wikiwijs.nl/175072/Bez_vnw#!page-6630200


Slide 25 - Tekstslide

Einde van de les
Zijn de lesdoelen voor jouw vandaag bereikt?
1. ik kan een Duits luisterverhaal begrijpen.
2: Ik kan vragen over een luisterverhaal beantwoorden.
3. ik ken de bezittelijke voornaamwoorden Duits.
4. Ik kan de bezittelijke voornaamwoorden Duits toepassen.


Slide 26 - Tekstslide

Zijn de lesdoelen voor vandaag gehaald?

A
ja allemaal
B
ja, een deel
C
nee, bijna niets
D
nee, helemaal niets

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide