Les 5 Nt2 Formulieren/agenda en werkwoorden

Les 5 Nt2 Formulieren/agenda en werkwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 5 Nt2 Formulieren/agenda en werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik op de vorige les
Vorige les hebben we het oa over werkwoorden gehad.
Ook hebben we even stilgestaan bij het onderwijs op Bonaire.

Slide 2 - Tekstslide

Weet jij nog wat werkwoorden zijn?
A
Een werkwoord is: Ik.
B
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen.
C
Koken is een werkwoord.
D
Een werkwoord is jullie.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Huilen
ik huil
jij/je huilt
u huilt
zij/ze huilt
hij huilt

wij huilen
jullie huilen
zij/ze huilen
kijken
ik kijk
jij/je kijkt
u kijkt
zij/ze kijkt
hij kijkt

wij kijken
jullie kijken
zij/ze kijken

Slide 5 - Tekstslide

Maar wat is nu de stam?
Om een werkwoord te vervoegen moet je eerst weten hoe je de stam moet maken.
Je vind de stam door EN van het hele werkwoord af te halen:
Werken - en = Werk 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Maak de oefeningen die je hebt gekregen.
Deze oefeningen mag je thuis maken.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Afsluiten
Heb je alles begrepen?
Heb je nog vragen?
Tot de volgende les.

Slide 13 - Tekstslide