1.3 BWI BOUWVOORBEREIDING

BWI
BOUWPROCES & BOUWVOORBEREIDING

MENEER NOOTEBOOM & MEVROUW VUGTEVEEN
1.3
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BWIMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BWI
BOUWPROCES & BOUWVOORBEREIDING

MENEER NOOTEBOOM & MEVROUW VUGTEVEEN
1.3

Slide 1 - Tekstslide

DEZE LES
+ VORIGE LES (BOUWBROCES, BEROEPEN, HOUT)
+ LEERDOEL
+ HOUT EN MEUBELVERBINDINGEN
+ OPDRACHT


Slide 2 - Tekstslide

LEERDOELEN
Na deze les kan ik...
... verschillende onderdelen van een bouwvoorbereidingstekening omschrijven
... een bouwplaats omschrijven en indelen
1.2

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we nog van
een bouwplaats?

Slide 4 - Woordweb

WERKVOORBEREIDING
Je gaat een bouwproject voorbereiden. Je begint met het lezen en begrijpen van de tekeningen. Daarna maak je een materiaalstaat. Je bepaalt de werkvolgorde en je maakt een planning. Ten slotte richt je de bouwplaats in. Je bepaalt wat op welke plek moet komen. 

Stap 1: Tekening Lezen

Slide 5 - Tekstslide

Wat zou je kunnen zien
op een bouwvoorbereidingstekening?

Slide 6 - Woordweb

BOUWVOORBEREIDINGSTEKENING
- Aanzichten
- Plattegrond
- Doorsnede
- Situatie
- Onderhoek

Slide 7 - Tekstslide

ARCERINGEN
RENVOOI
Op de plattegronden zijn de verschillende bouwonderdelen gearceerd. Bijvoorbeeld met evenwijdige of gekruiste lijntjes. Aan de arcering kun je zien van welk materiaal dat onderdeel wordt gemaakt. Bijvoorbeeld hout in een kozijn.
Het renvooi is een lijst van symbolen die op de bouwvoorbereidingstekening zijn gebruikt. De betekenis van de symbolen staat erbij vermeld. Bijvoorbeeld kz = kozijn en mk = meterkast. De arceringen op de tekeningen staan ook in het renvooi uitgelegd.

Slide 8 - Tekstslide

SCHAAL
Op de bouwvoorbereidingstekening staan ook de schalen waarop getekend is. Een tekening die op schaal is gemaakt, geeft het gebouw in het klein weer, maar wel in de juiste verhoudingen. Een echt gebouw past natuurlijk niet op papier. De tekenaar tekent daarom alles bijvoorbeeld 100 keer zo klein. De schaal is dan 1:100.
1 cm op de tekening = 100 cm in het echt. 

Slide 9 - Tekstslide

De breedte van een schuur is 5000 mm. Op de tekening is dit getekend als 50 mm. Wat is dan de schaal van de tekening?
A
1:10
B
1:100
C
1:500
D
500:5

Slide 10 - Quizvraag

aanzicht
arcering
plattegrond
renvooi
schaal

Slide 11 - Sleepvraag

BOUWRIJP MAKEN
Misschien was de woonwijk waar jij woont, vroeger wel een weiland. Bijna elke bouwplaats is eerst een weiland of modderig stuk grond geweest. Het bewerken van deze grond noemen we bouwrijp maken. De grond moet goed genoeg zijn om veel gewicht te kunnen dragen. Je hoogt bijvoorbeeld de grond op en je maakt de grond vlak. Je verwijdert struiken. Je brengt riolering en leidingen voor gas, water en elektriciteit aan. Als de grond vervuild is, zorg je dat de grond schoongemaakt wordt. Zo maak je van een weiland een stuk bouwgrond.

Slide 12 - Tekstslide

Wat hoort er bij bouwrijp maken?
A
Een keet plaatsen
B
Grond ophogen
C
Struiken in de grond planten
D
Toiletten plaatsen

Slide 13 - Quizvraag

BOUWPLAATS
De bouwplaats is – aan het begin van de bouw – een kale vlakte. Je moet dan bedenken waar wat moet komen. Je maakt een indeling van de bouwplaats.

Dat is een plattegrond waarop staat wat 
waar komt te staan, zoals:

- Waar plaats je de bouwkeet?
- Waar kan een speciemolen staan?
- Waar komt een afvalplek?
- Waar komt de opslag voor je materiaal?

Slide 14 - Tekstslide

Welke PBM moet je dragen op
deze bouwplaats?

Slide 15 - Woordweb

BOUWPLAATS

Slide 16 - Tekstslide

SCHAFTKEET
UITVOERDERSKEET
In de schaftkeet kan het personeel schaften. Dat wil zeggen: koffie drinken en boterhammen eten.
De uitvoerder zit in de uitvoerderskeet. Hij heeft de dagelijkse leiding over de bouw. Hij neemt de belangrijkste beslissingen. Heb je een probleem? Meld dat dan bij hem.

Slide 17 - Tekstslide

ELEKTRAKAST
MATERIAALCONTAINER
Op een bouwplaats is elektriciteit nodig voor machines. Hier houd je rekening mee tijdens het inrichten van de bouwplaats. De elektriciteitskast (meterkast) staat zo, dat je geen nieuwe kabel hoeft te trekken om het gebouw straks aan te sluiten.
In een materiaalcontainer sla je materiaal op dat droog moet blijven. Dit kun je niet buiten laten liggen. Bijvoorbeeld zakken cement en plaatmateriaal.

Slide 18 - Tekstslide

plassen
werkoverleg
materiaal opslaan
stenen lossen
werken op hoogte
eten en drinken

Slide 19 - Sleepvraag

OPDRACHT
- In groepjes van 3 á 4 leerlingen gaan jullie een plattegrond maken voor een bouwplaats inrichting op A3 papier.
- De plattegrond tekenen jullie op schaal 1:50. 
- Jullie houden rekening met een onderdelenlijst. 
- Per leerling nemen jullie een rol aan, kies uit: uitvoerder, architect, logistiek en materiaalcontainer. 
- De docent naam de rol aan als veiligheidsinspecteur. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Waar denk je aan bij
duurzaam hout?

Slide 22 - Woordweb

HOUTVERBINDINGEN
Hoekverbindingen komen in bijna elk werkstuk voor. Denk aan bijvoorbeeld een kastje of een kozijn. Bij deze verbinding komen verschillende onderdelen in een hoek bij elkaar.
Met een breedteverbinding kun je hout in de breedte aan elkaar maken. Je maakt dan meerdere planken aan elkaar vast. Een breedteverbinding gebruik je bijvoorbeeld om een tafelblad te maken.


Met een lengteverbinding verbind je hout in de lengte. Je legt verschillende korte delen aan elkaar. Dan krijg je lange planken. Bijvoorbeeld voor een vloer.

Slide 23 - Tekstslide

SOORTEN VERBINDINGEN
Je haalt bij beide onderdelen de helft van het hout weg. Die houtdelen passen dan op elkaar. Je lijmt de onderdelen aan elkaar. Je maakt de verbinding dus in het hout zelf.
Een deuvelverbinding is een verbinding met een los verbindingsstuk. Je gebruikt deuvels om twee onderdelen aan elkaar vast te zetten.
Verbindingen in hout
Verbindingen met losse verbindingsmiddelen

Slide 24 - Tekstslide

Maak je deze verbinding
met losse verbindingsmiddelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Maak je deze verbinding
met losse verbindingsmiddelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Maak je deze verbinding
met losse verbindingsmiddelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Welke gereedschappen
gebruik je bij het maken
van verbindingen?

Slide 28 - Woordweb

Welke verbinding is
afgebeeld?
A
Halfhoutverbinding
B
Pen-en-gatverbinding
C
Keepverbinding
D
Overkruising

Slide 29 - Quizvraag

Welke verbinding is
afgebeeld?
A
Halfhoutverbinding
B
Pen-en-gatverbinding
C
Keepverbinding
D
Overkruising

Slide 30 - Quizvraag

Welke verbinding is
afgebeeld?
A
Halfhoutverbinding
B
Pen-en-gatverbinding
C
Keepverbinding
D
Overkruising

Slide 31 - Quizvraag

Welke verbinding is
afgebeeld?
A
Halfhoutverbinding
B
Pen-en-gatverbinding
C
Keepverbinding
D
Overkruising

Slide 32 - Quizvraag

PLAATMATERIAAL
Er zijn verschillende soorten plaatmateriaal. 
Bijvoorbeeld:

+ Triplex
+ Spaanplaat
+ Mdf
+ Fineer
+ HPL

Slide 33 - Tekstslide

OPDRACHT: PLAATMATERIAAL
Onderzoek een plaatmateriaal
Kenmerken, Voordelen, Gebruik, Meubels

Slide 34 - Open vraag

Wat heb ik vandaag
geleerd?

Slide 35 - Woordweb