3h - lesson 31: grammar present perfect vs past simple

Welcome!
lesson 31: present perfect vs past simple
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!
lesson 31: present perfect vs past simple

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan
  • Homework check 
  • Grammar: present perfect vs past simple
  • Online exercises 
  • Homework tomorrow 

Slide 2 - Tekstslide

What is past simple?

Slide 3 - Woordweb

Past simple
verb + ed (or 2nd form irregular verbs) 

Finished actions in the past 

Signal words?
  • Yesterday 
  • in 1997
  • last month
  • last week (etc.) 

Slide 4 - Tekstslide

Present perfect
Have/has + past participle (voltooid deelwoord) 
(past participle = verb +ed OR 3rd form irregular verbs)

Wanneer gebruiken?
  1. als iets in het verleden is gebeurd en nu nog aan de gang is (je weet niet of het is afgelopen) 
  2. om te praten over ervaringen
  3. om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en je daar nu een resultaat van merkt. 

Slide 5 - Tekstslide

Signal words present perfect
For 
Yet
Never
Ever 
Just
Already
Since

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

1. I ________ (never/be) to Vienna

Slide 8 - Open vraag

2. My great great grandfather ________ (have) five sisters

Slide 9 - Open vraag

3. I _______ (read) six books last week.

Slide 10 - Open vraag

4. They ________ (write) three letters already

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Link

Practice in book 
ex. 11 p. 93

+ ex. 12 p. 94

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link