Havo 2: Ontkenning: uitleg en oefenen

Objectifs
De Ontkenning
Je kunt:
  • de ontkenning herkennen in het Frans
  • de ontkenning toepassen in het Frans
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Objectifs
De Ontkenning
Je kunt:
  • de ontkenning herkennen in het Frans
  • de ontkenning toepassen in het Frans

Slide 1 - Tekstslide

De toepassing
De regel is altijd de volgende:
 Je zet 'ne' altijd voor de persoonsvorm,
'pas' zet je er altijd achter!


Bijvoorbeeld:
Je vais à l'école.  Je ne vais pas à l'école.

Slide 2 - Tekstslide

Let op!
Wanneer het werkwoord begint met een klinker (a/e/i/o/u) of een h, dan verandert ne in n’.
Voorbeelden
J’habite à Schiedam. Je nhabite pas à Schiedam.

J’aime le français. Je naime pas le français.

Slide 3 - Tekstslide

Andere ontkenningen
ne ... pas (niet of geen)

ne ... jamais (nooit)
ne ... plus (niet meer)
ne ... pas encore (nog niet)
ne ... rien (niets)
ne ... personne (niemand

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan ontkenning
Stap 1:  zoek de persoonsvorm
Stap 2: zet ne ervoor en rest ontkenning erachter.
Stap 3: controleer of je persoonsvorm begint met een klinker'/ stomme 'h, zo ja verander de ne in n'
Let op:
c' -> ce en j' -> wordt je
C'est joli -> Ce n'est pas joli. 

Slide 5 - Tekstslide

Tip 1: het vinden van de persoonsvorm.

Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:
  • namen
  • woorden als: je| tu | il,elle,on |nous | vous | ils,elles

De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!


Slide 6 - Tekstslide

Tip 2: overzicht tijdens de toets.

Als je op het so/proefwerk de persoonsvorm onderstreept,
maak je het voor jezelf overzichtelijk waar de ontkenning moet komen te staan.


Slide 7 - Tekstslide


Maak de volgende zin ontkennend.
Nous sommes au collège. (niet meer)

Slide 8 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.
On travaille à la maison. (nooit)

Slide 9 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.
Le prof parle anglais. (nog niet)

Slide 10 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

Il a oublié son agenda. (niets) 

Slide 11 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

J' habite à Zwolle. (niet)

Slide 12 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

C'est un fromage super! (niet)

Slide 13 - Open vraag


Maak de volgende zin ontkennend.

Jacques a entendu la musique de Gims. (nooit)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide