3VMBO Lezen hoofdstuk 4

Lesopbouw

Lezen uit je leesboek (8 min.)

Lesdoelen bespreken

Differentiëren: 

  • Uitleg verbanden en signaalwoorden (2)                  
  • Opdrachten (individueel - samenwerkend) - geel
  • Verlengde instructie - oranje           
  • P.T.A. Lezen hoofdstukken 1, 2, 3 & 4 (weging 4)
  • Wanneer je het P.T.A. al gemaakt hebt, kun je gaan lezen of je haalt het werkboekje woordsoorten op (bij Spelling & Grammatica hfdst. 4 blz. 142)


Evaluatie

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw

Lezen uit je leesboek (8 min.)

Lesdoelen bespreken

Differentiëren: 

  • Uitleg verbanden en signaalwoorden (2)                  
  • Opdrachten (individueel - samenwerkend) - geel
  • Verlengde instructie - oranje           
  • P.T.A. Lezen hoofdstukken 1, 2, 3 & 4 (weging 4)
  • Wanneer je het P.T.A. al gemaakt hebt, kun je gaan lezen of je haalt het werkboekje woordsoorten op (bij Spelling & Grammatica hfdst. 4 blz. 142)


Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

8 min. ZS
Je leest in je leesboek.
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 4, blz. 121

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel:
Je kunt met behulp van signaalwoorden tijdsvolgorde, oorzaak en gevolg in een tekst herkennen en begrijpen. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg

We nemen samen de theorie door.

- opsommingen

- tegenstelling

- voorbeeld

- tijdsvolgorde

- oorzaak en gevolg


Slide 5 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 7 - Open vraag

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling uit alinea 2

Slide 8 - Open vraag

Noteer de tegenstelling uit alinea 2 in eigen woorden

Slide 9 - Open vraag

Waarom mocht de bestuurder zich niet bewegen in de cabine?

Slide 10 - Open vraag

Staan de gebeurtenissen in alinea 2 en 3 in een goede tijdsvolgorde beschreven?

Slide 11 - Open vraag

Eerder leerde je de tekstverbanden:


- opsomming

- tegenstelling

- voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

In deze les leer je de tekstverbanden:


- tijdvolgorde (chronologie)

- oorzaak - gevolg

- voorwaarde

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde

Slide 20 - Quizvraag

Welke drie signaalwoorden voor tijdsvolgorde zie je in de zin:

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.

Slide 21 - Open vraag

Welk tekstverband herken je?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde

Slide 22 - Quizvraag

Welk signaalwoord voor oorzaak-gevolg herken je in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 23 - Open vraag

Wat is de oorzaak in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 24 - Open vraag

Wat is het gevolg in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 25 - Open vraag

Welk tekstverband herken je?

Als Samira een goed verslag schrijft, krijgt zij een hoog cijfer.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde

Slide 26 - Quizvraag

Welk signaalwoord voor volgorde herken je in de zin:

Als Samira een goed verslag schrijft, krijgt zij een hoog cijfer.

Slide 27 - Open vraag

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 29 - Open vraag

Wat voor soort tekst is tekst 2?

Slide 30 - Open vraag

In de laatste zin van alinea 1 staat een opsomming. Noteer die opsomming.

Slide 31 - Open vraag

In de eerste zin van alinea 2 staat een oorzaak / gevolg. Noteer de oorzaak en het gevolg.

Slide 32 - Open vraag

Noteer een signaalwoord van tijdsvolgorde uit alinea 2.

Slide 33 - Open vraag

Waarvoor wilde de school haar leerlingen behoeden volgens alinea 3?

Slide 34 - Open vraag

Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?

Slide 35 - Open vraag

Waarom heeft de school nu wel aangifte gedaan?

Slide 36 - Open vraag

Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?

Slide 37 - Open vraag

Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde uit alinea 6

Slide 38 - Open vraag

GELEERD?

VERBANDEN EN SIGNAALWOORDEN

- je kunt met behulp van signaalwoorden de volgende tekstverbanden in een tekst herkennen en begrijpen:

  • een tijdsvolgorde (chronologie),
  • een oorzaak - gevolg
  • een voorwaarde

Slide 39 - Tekstslide

Quiz.....

Slide 40 - Tekstslide

Signaalwoorden voor tijdsvolgorde (chronologisch)
A
eerst, daarna, nadat
B
toen, maar, omdat

Slide 41 - Quizvraag

Signaalwoorden voor oorzaak en gevolg
A
waardoor, daardoor, doordat
B
en, bijvoorbeeld, zoals

Slide 42 - Quizvraag

Welk signaalwoorden van tijdsvolgorde herken je in deze zin?

Eerst activeer je je chipkaart, daarna zet je er saldo op en vervolgens kun je inchecken.
A
op, en, inchecken
B
eerst, vervolgens
C
eerst, daarna, vervolgens

Slide 43 - Quizvraag

Welk signaalwoord van oorzaak en gevolg herken je in de volgende zin?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
kwam
B
doordat

Slide 44 - Quizvraag

Benoem de oorzaak:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
Peter kwam te laat op zijn werk.
B
Doordat de brug open was.

Slide 45 - Quizvraag

Benoem het gevolg:

Door de aanrijding belandde de chauffeur in het ziekenhuis.
A
Door de aanrijding.
B
De chauffeur belandde in het ziekenhuis.

Slide 46 - Quizvraag

Opdrachten blz. 120 t/m 127

Maak opdracht 1 en lees de theorie nog eens goed door. 


Kies uit opdracht 2 of 3.


Kies uit opdracht 4 of 5.


Kijk deze opdrachten goed na; verbeter foute antwoorden.

Slide 47 - Tekstslide

Evaluatie



Wat ging er goed?


Lesdoelen bereikt?


Hoe ging het differentiëren?




Slide 48 - Tekstslide