tiende les

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Die Bücher auf dem Tisch

Klassenplan

• Rust/stilte in de klas (luisteren naar elkaar en de docent) ⇒ zodat jullie minder lang hoeven te luisteren en sneller zelfstandig kunnen werken :)
• Als er goed gewerkt wordt, zal er meer ruimte komen voor huiswerk maken. 
• Uitleg afwisselen met zelfstandig/samenwerken
• Goed werken = ruimte maken voor leuke werkvormen in een hoofdstuk (zoals kahoot of blooket etc.)
• Extra uitleg als je iets niet snapt
• Duidelijkheid (geef aan als iets onduidelijk is, dan kan ik deze tip meenemen)
• Lief met elkaar omgaan.

Was machen wir heute?

1. Die Hausaufgaben
2. Noch Fragen?
3. Vorbereitung auf die Prüfung: Brief 2

Lernziele: 

• Ik kan de uitspraakregels van leerjaar 2 deel toepassen. 
• Ik kan het werkwoord 'haben' en 'sein' in tegenwoordige en verleden tijd toepassen.
  
• Ik kan het werkwoord 'werden' in de tegenwoordige tijd toepassen.   
• Ik kan aan het einde van hoofdstuk 2, 13 lichaamsdelen in het Duits opnoemen. 
• Ik kan aan het einde van hoofdstuk 2 het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp, meewerkend voorwerp en als lijdend voorwerp toepassen. 
• Aan het einde van hoofdstuk 2 kun je zeggen hoe je je voelt en kun je vertellen wat er gebeurd is. 

Die Hausaufgaben besprechen/ nachsehen

Die Aufgaben 45 und 46 machen

Lernen:

- Die Lernliste (die Wörter)

- Die Aussprache üben

- Die Grammatik (A+B)

- Die Sprachmittel

Vorbereitung auf die Prüfung

Wisbordjes

Spiel Jungen gegen Mädchen

Blooket/Gimkit

Klassenplan

• Rust/stilte in de klas (luisteren naar elkaar en de docent) ⇒ zodat jullie minder lang hoeven te luisteren en sneller zelfstandig kunnen werken :)
• Als er goed gewerkt wordt, zal er meer ruimte komen voor huiswerk maken. 
• Uitleg afwisselen met zelfstandig/samenwerken
• Goed werken = ruimte maken voor leuke werkvormen in een hoofdstuk (zoals kahoot of blooket etc.)
• Extra uitleg als je iets niet snapt
• Duidelijkheid (geef aan als iets onduidelijk is, dan kan ik deze tip meenemen)
• Lief met elkaar omgaan.

Die Hausaufgaben

/

Lernen:

- Die Lernliste (die Wörter)

- Die Aussprache üben

- Die Grammatik (A+B)

- Die Sprachmittel

Lernziele

Lernziele:

• Ik kan de uitspraakregels van leerjaar 2 deel toepassen.
  
• Ik kan het werkwoord 'haben' en 'sein' in tegenwoordige en verleden tijd toepassen.
  
• Ik kan het werkwoord 'werden' in de tegenwoordige tijd toepassen.
  
• Ik kan aan het einde van hoofdstuk 2 het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp, meewerkend voorwerp en als lijdend voorwerp toepassen. 
• Aan het einde van hoofdstuk 2 kun je zeggen hoe je je voelt en kun je vertellen wat er gebeurd is. 

Grammatik erklären (+3e/4e)

Du hast mit mir die Katze gefüttert. 

	ik	jij	hij	zij (ev)	het	wij	jullie	zij (mv)	u
1e	ich	du	er	sie	es	wir	ihr	sie	Sie
3e	mir	dir	ihm	ihm	ihr	uns	euch	ihnen	Ihnen
4e	mich	dich	ihn	sie	es	uns	euch	sie	Sie