Maandag 18 januari

Maandag 18 januari
Aan het eind van de les:
- hebben we de kennis omtrent het woordenboek herhaald.
Weet je wat een zwak werkwoord is en weet je hoe je de verleden tijd van een zwak werkwoord spelt. 

Hoe is het huiswerk gemaakt? 
Ingaan op opdracht 4.
1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maandag 18 januari
Aan het eind van de les:
- hebben we de kennis omtrent het woordenboek herhaald.
Weet je wat een zwak werkwoord is en weet je hoe je de verleden tijd van een zwak werkwoord spelt. 

Hoe is het huiswerk gemaakt? 
Ingaan op opdracht 4.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekenen de onderstrepingen in acteren, befaamd en diva?

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent het teken ≈ bij de uitleg van acteren en befaamd?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de algemene regel om de vergrotende en overtreffende trap te vormen?

Slide 4 - Open vraag

Er bestaan sterke en zwakke werkwoorden. Een voorbeeld van een sterk werkwoord is zwemmen. Kunnen jullie een voorbeeld geven van een zwak werkwoord?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Link

Is de uitleg voor iedereen duidelijk?
- Eventueel extra uitleg geven.

Als alles duidelijk is, aan de slag met het onderdeel Spelling van hoofdstuk 2: de spelling van zwakke werkwoorden, opdracht 1 t/m 5 + 9b. 

Slide 7 - Tekstslide