Poëzieanalyse

Stijlfiguren
Want deze worden in de poëzie vaak gebruikt. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren
Want deze worden in de poëzie vaak gebruikt. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Stijlfiguren
In de poëzie wordt veel gebruik gemaakt van stijlfiguren. Dit zijn een soort formules die gebruikt worden om een bepaald effect te bereiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Antithese
Een ander woord voor antithese is de tegenstelling. Twee of meer woorden zijn tegengesteld aan elkaar en worden in combinatie met elkaar gebruikt om het contrast te benadrukken. 
(bijvoorbeeld: dood - leven)

Slide 4 - Tekstslide

Inversie
Over het algemeen zijn we gewend om een zin te beginnen met het onderwerp, daarna de persoonsvorm en vervolgens de overige zinsdelen. Bij een inversie beginnen we niet met het onderwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Repetitio 
Herhaling is een ander woord voor de repetitio. Een woord of een groep woorden wordt (bijna) ongewijzigd herhaald. 

Slide 6 - Tekstslide

Paradox
Een schijnbare tegenstelling. Twee tegengestelde begrippen worden met elkaar verbonden. 
Bijvoorbeeld: dat is lekker vies.

Slide 7 - Tekstslide

Enumeratie
Een opsomming, dus een reeks van namen of feiten. 

Slide 8 - Tekstslide

Parallellisme
Van een parallellisme is sprake als dezelfde woordvolgorde of dezelfde grammaticale constructie (volgorde onderwerp, persoonsvorm en andere zinsdelen) vaker na elkaar voorkomt. 

Slide 9 - Tekstslide

Pleonasme
Vorm van dubbelop (denk aan taalvaardigheid) waarbij een vanzelfsprekende eigenschap ten overvloede verwoord wordt. Het gaat hierbij om twee verschillende woordsoorten. 

Slide 10 - Tekstslide

Tautologie
Bij een tautologie wordt eenzelfde begrip in andere bewoordingen herhaald.

Slide 11 - Tekstslide

Hyperbool
Een hyperbool is een overdrijving. Iets wordt veel groter voorgesteld van het in werkelijkheid is. 

Slide 12 - Tekstslide

Eufemisme
Van een eufemisme is sprake wanneer een nare boodschap op een verzachtende manier wordt uitgedrukt. Zo komt hij minder hard over. 

Slide 13 - Tekstslide

Understatement
Het understatement is het tegenovergestelde van een hyperbool: je stelt iets met opzet minder groot voor dan het in werkelijkheid is. 

Slide 14 - Tekstslide

Ironie
Bedekte spot die wordt bereikt door het tegenovergestelde te zeggen van wat je in werkelijkheid bedoelt.

Slide 15 - Tekstslide

Sarcasme
Een vorm van bijtende spot, waarbij elke vorm van mildheid weg is. Hierbij is sprake van directe agressie. 

Slide 16 - Tekstslide

Cynisme
Cynisme is wrede, gevoelloze spot. Een cynicus is krenkend en spot met elke menselijke waarde, met elk menselijk thema, bijvoorbeeld dood, liefde, haat

Slide 17 - Tekstslide

Climax
Van een climax is sprake als woorden of uitdrukkingen die steeds iets groters uitdrukken. 

Slide 18 - Tekstslide