Bezittelijk voornaamwoorden

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BIENVENIDOS

Wat weet je na deze les:

- wat een bezittelijk voornaamwoord is

- hoe je het bezittelijk voornaamwoord in het Spaans gebruikt

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Bezittelijk vnw.

mijn

jouw

zijn/haar/uw

ons/onze

jullie

hun/uw

mi

tu

su

nuestro

vuestro

su

mi

tu

su

nuestra

vuestra

su

mis

tus

sus

nuestros

vuestros

sus

mis

tus

sus

nuestras

vuestras

sus

enkelvoud                  meervoud

Bezittelijk vnw.

• Het bezittelijk vnw. richt zich in het Spaans op het bezit en niet naar de bezitter zoals in het Nederlands. 
• Is het bezit meervoud, dan wordt het bezittelijk vnw. ook meervoud --> mis/sus/nuestros
• Bij nuestro/vuestro heb je ook nog een vrouwelijke vorm
  --> nuestra/vuestra. 

Voorbeelden:

Kijk dus naar het woord wat erachter staat! Is dit mannelijk of vrouwelijk / enkelvoud of meervoud? 

Dan pas je het bezittelijk vnw. daarop aan

• mi casa    =   mijn huis                 mijn huizen = mis casas
  
• tus libros  =   jouw boeken              jouw boek = tu libro
• sus amigos   =   zijn/haar vrienden    zijn vriend = su amigo

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw huis?

Hoe zeg je in het Spaans:
mijn vader?

Hoe zeg je in het Spaans:
haar zussen?

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw nichtjes?

Hoe zeg je in het Spaans:
jouw boeken

Vertaal:
mijn ouders

Vertaal:
haar tantes

Vul de juiste vorm van TENER in:
Mis padres________una casa grande.

Vul de juiste vorm van TENER in.
Tú_______dos hermanas.

Vertaal deze zin:
Ik heb twee neven.

Vertaal deze zin:
Wij hebben drie halfzussen.

Vul de juiste vorm van TENER in.
Vosotros_______una piscina.

Vertaal de zin:
Mijn ouders hebben twee dochters.

Welke zin in correct?

1. Mis padre se llama Tom
2. Mi padre te llamas Tom
3. Mi padre se llama Tom.
4. Mis padre se llamo Tom

Welke zin is correct?

1. Mis primas tienen unos dulces.
2. Mi primas tenéis unos dulces.
3. Mis primas tenen unos dulces.
4. Mi primas tengo unos dulces.