Persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• Basisschool
• Praktijkonderwijs
• vmbo
• Groep 8
• Leerjaar 1

De persoonsvorm

Wat is een werkwoord?

voorbeelden van een
persoonsvorm (werkwoord)

Maak van de zin een vraagzin:
Ik krijg nieuwe schoenen

Zet de zin in een andere tijd:
Ik moest mijn fietsband plakken

De persoonsvorm is ALTIJD een werkwoord.

1. Juist
2. Onjuist

Er kunnen meerdere persoonsvormen in een zin staan.

1. Juist
2. Onjuist

De meester van groep 8 regelt de eindmusical.

1. De meester
2. groep 8
3. regelt
4. de eindmusical

Ik kijk in het weekend graag naar programma's op tv.

1. ik
2. kijk
3. weekend
4. graag

Loop jij even met mij mee?

1. Loop
2. jij
3. even
4. mee

Waar heb jij die leuke tas gekocht?

1. Waar
2. heb
3. jij
4. gekocht

Ik eet een donut.

Zijn linkerschoen is heel vies geworden.

Van wie is deze groene jas?

Hoe lang duurt deze les?

Zij hebben vorige week de wedstrijd tegen Ajax gewonnen.

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden? (2 manieren)

aan de slag..

• maken: blz. 185 t/m 186
• Klaar? Werkblad

Nakijken 

Bladzijde 181 t/m 184 

Pak een andere kleur pen erbij! 

Het onderwerp

Ik eet een donut.

Zijn linkerschoen is heel vies geworden.

Zij hebben vorige week de wedstrijd tegen Ajax gewonnen.

Hoe kun je het onderwerp in een zin vinden?

aan de slag..

• ga naar blz. 181 in je boek (uitleg)
• maken: blz. 182 t/m 184