Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 Geld te kort?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het kopen van groente en fruit
A
Incidentele uitgaven
B
Dagelijkse uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 2 - Quizvraag

Je abonnement op de sportschool.
A
Incidentele uitgaven
B
Dagelijkse uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 3 - Quizvraag

Je televisie is kapot gegaan en je koopt een nieuwe.
A
Incidentele uitgaven
B
Dagelijkse uitgaven
C
Vaste lasten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een begroting?
A
Het geld dat je kunt uitgeven
B
Dagelijkse uitgaven
C
Overzicht van inkomsten en uitgaven
D
Uitgaven die regelmatig terugkomen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen functie van geld?
A
Ruilmiddel
B
Uitgeefmiddel
C
Spaarmiddel
D
Rekenmiddel

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer je iets koopt, gebruik je geld als rekenmiddel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Je kan geld sparen als je inkomsten lager zijn dan je uitgaven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Jan spaart om een scooter te kunnen kopen. Zijn spaarmotief is:
A
Sparen met een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente

Slide 9 - Quizvraag

Fleur spaart haar geld op de bank. Ze wil dit pas gaan uitgeven als ze ouder is. Zo wordt haar geld meer waard. Fleur's spaarmotief is:
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Leen jij weleens geld?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn redenen waarom mensen geld lenen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Geld gebruiken van een ander =
A
Lenen
B
Sparen
C
Uitgaven
D
Inkomsten

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De aflossing en rente vormen samen ......
A
De vergoeding
B
Het geleende bedrag
C
De lening
D
Het maandtermijn

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide