Uitgaven en budgetteren vanaf je 18e levensjaar

Uitgaven en budgetteren vanaf je 18e levensjaar
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Uitgaven en budgetteren vanaf je 18e levensjaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je welke uitgaven je moet doen vanaf je 18e levensjaar en weet je hoe je het best kunt budgetteren.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer de leerdoelen van de les en benadruk het belang van financiële planning.
Wat weet jij al over uitgaven en budgetteren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen op je 18e
Als je 18 wordt, zijn er een aantal uitgaven die je moet doen, zoals een zorgverzekering en het betalen van belastingen.

- Wat weet je al?

Slide 4 - Tekstslide

Beschrijf de veranderingen die optreden wanneer studenten 18 worden en de financiële verantwoordelijkheden die daarbij horen.
Noodzakelijke uitgaven
Naast de zorgverzekering en belastingen zijn er nog andere noodzakelijke uitgaven, zoals huur, eten en drinken, en vervoer.


Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat de noodzakelijke uitgaven zijn en geef voorbeelden.
Optionele uitgaven
Optionele uitgaven zijn bijvoorbeeld uitgaan, kleding en vakanties.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat optionele uitgaven zijn en hoe deze zich verhouden tot noodzakelijke uitgaven.
Budgetteren
Om je geld goed te beheren, is het belangrijk om te budgetteren en een overzicht te hebben van je inkomsten en uitgaven.

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf wat budgetteren is en waarom het belangrijk is.
Budgetteren in de praktijk
Stel een budget op en houd je uitgaven bij om inzicht te krijgen in je financiën.

- Hoe doe jij dit?
- Hoe deden/doen wij dit?

Slide 8 - Tekstslide

Laat studenten in groepjes een budget opstellen en hun uitgaven bijhouden om praktische vaardigheden te ontwikkelen.
Besparen
Om meer geld te besparen, kun je overwegen om op sommige uitgaven te bezuinigen, zoals op eten en drinken en kleding.

Slide 9 - Tekstslide

Geef tips over hoe studenten kunnen besparen op hun uitgaven en hoe dit kan bijdragen aan hun financiële stabiliteit.
Bespaar jij al bewust? Waarop?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Evalueer je budget regelmatig en pas het aan waar nodig.
uitgave
bedrag
verplicht?
zorg
€120,-
ja
kleding
€70,-
nee
telefoon
€25,-
ja

Slide 11 - Tekstslide

Herinner studenten eraan dat financiële planning een doorlopend proces is en dat ze hun budget moeten blijven evalueren en aanpassen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.