Controle over je emoties dag3

• Burgerschapskunde
• Basisschool
• Groep 7,8

Controle over je emoties

Dag 3

Wat weet je nog van 2e dag?

Maak tweetallen en neem hiervoor 2 á 5 minuten

Nabespreken in de groep

Inhoud training

Welke triggers heb ik

Werkblad Hoe voel ik me? Triggers in kaart brengen per kind ongeveer 10 minuten nabespreken. 

SIM Driehoek

Sociale Vaardigheden

Impulscontrole

Moreel Redeneren

Sociale vaardigheden

Hoe ging de samenwerking met elkaar?

Luisteren naar de ander en vriendelijk zijn naar elkaar. Waar mogelijke elkaar steunen of troosten waar mogelijk je aanpassen in een spel etc. 

Kreeg je ruimte van de ander?

Impulscontrole

Hoe ga je om met boosheid of je frustraties. Het leren uiten hiervan zonder dat iemand ziet dat je gefrustreerd bent. Heb je dit onder controle krijg je zelfvertrouwen het lukt je beter te beheersen, maar ook onder woorden te brengen wat je wenst in een situatie (voor jezelf opkomen).

Wat maakte dit bij je los?

- Was je medespeler fijn om mee samen te werken? Zo ja, waarom en of niet?

- Kon jezelf zijn in de oefening waarom niet?

Moreel redeneren

Dan leer je kijken naar een situatie maar meer vanuit Wij in plaats vanuit IK. Welke denkfouten heb ik gemaakt en kan ik anders doen. Het leren bijsturen van je eigen gedrag, hiervoor ben jezelf verantwoordelijk. 

- Kon je winnen? Is dit belangrijk? 

- Is er rekening met je gehouden? Voelde degene je goed aan?

Welke denkfouten zijn er?

Egocentrisme

Verkeerd benoemen

Van het ergste uitgaan

Anderen de schuld geven

1. Alleen denken aan wat jij wilt, 

- dag je jouw mening belangrijker vindt dan de mening van iemand anders.

- dat je niet denkt aan de gevoelens van andere mensen.

- dat je niet goed nadenkt over de gevolgen van je eigen gedrag. 

2. Verkeerd benoemen;

- Alles wat niet goed is gegaan recht praten. We kregen ruzie en iemand gaf een klap daarom gaf ik een klap terug. Vooral Ja maar.....

- Wat je hebt gedaan met een smoes minder erg laten lijken. 

3. Van het ergste uitgaan

- Dat je slechte dingen overkomt

- Dat jouw toekomst door andere wordt bepaald

- Dat jezelf niets doet om de situatie te verbeteren. 

Voorbeeld: Mijn ouders komen uit het buitenland, ik zal nooit iets kunnen bereiken wat ik wil. Iemand botst tegen je aan je denkt dat iemand dit expres doet. 

4. Anderen de schuld geven 

- Hij maakte mij kwaad vandaar de klap

- Ik heb straf vanwege slechte vrienden

- Hij begon mij uit te dagen daarom sloeg ik hem. 

Slachtoffer versus aanspreekbaar gedrag

- excuses zoeken   - verantwoordelijkheid

- ontkennen                    - erkennen

- andere schuld geven - eigenaar voelen

Energizer

Tikspel met een tikker

Tikker staat in een cirkel deelnemers mogen tikken met hand

Tikker krijgt zachte tikstok oefening kan worden uitgebouwd

Wat kan mij triggeren?

Eerst deelt de trainer een ervaring met de groep

Maak een tweetal en neem 5 minuten om mogelijke triggers te bedenken.  

Wat viel je op in de oefening?

Sociale vaardigheden

Hoe ging de samenwerking met elkaar?

Kreeg je ruimte van de ander?

Impulscontrole

Wat maakte dit bij je los?

- Was je medespeler fijn om mee samen te werken? Zo ja, waarom en of niet?

- Kon jezelf zijn in de oefening waarom niet?

Moreel redeneren

- Kon je winnen? Is dit belangrijk? 

- Is er rekening met je gehouden? Voelde degene je goed aan? 

Signalen van agressief gedrag;

- gespannen/boos

- toenemende onrust

- toenemende tempratuur transpireren

- huilen

- niet meer reageren

- aanhoudend oogcontact/ vermijden oogcontact

- verminderde concentratie

- snel ademenen, spiersamentrekking verhoogde hartslag. 

Keten van boosheidscontrole:

Lichamelijke signalen

- ontspanningsoefeningen

Geheugensteuntjes

- vooruit denken

Sociale vaardigheden

- zelfreflectie

Samenvatting van de dag

Hoe kijk je terug op de 2e training?

Toelichting Gedragsschema

Voorbeeld vanuit de G's

Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel, Gedrag, Gevolgen en Geschiedenis