les stijlfiguren havo 2021 tekst 3

Wat ga je leren

  • Something about the brain and something about coding 
  • Aan het eind van de les kun je twintig stijlmiddelen (retorische middelen) herkennen in een zin via meerkeuzevragen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat ga je leren

  • Something about the brain and something about coding 
  • Aan het eind van de les kun je twintig stijlmiddelen (retorische middelen) herkennen in een zin via meerkeuzevragen

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 3 Is                                                             The Human Brain Like a Computer?
To the Editor:
After reading Gary Marcus's essay ("Face it, Your Brain is a Computer", Sunday Review, June 28) I asked my computer if she thought she was pretty much the same as a brain, and at first I couldn't get a straight answer
out of her. She said my question"did not compute."
 
"Define 'computer'," she politely requested. "If by computer you mean a device that performs calculations, in the broadest sense, then yes, a brain is a computer. But so is an adding machine. And an abacus, for that matter."
After a thoughtful pause, she continued: "But what you are really asking,

I suspect, is whether a brain is merely a computer and, more importantly, whether a person is merely a brain. It has never occurred to me to consider whether I am like a brain, or a person. I can only calculate,
digitally, while you can speculate, analogically. That is the difference between us."

Let's face it: A brain is like a computer in some important respects, but a brain is not merely a computer, and a person is not merely a brain. At least that's what my computer says. And she's usually right.

BEN SUSSWEIN
Orleans, Mass.
The writer is a psychologist.
nytimes.com, 2015 

Slide 2 - Tekstslide

What do you know about artificial intellegence?

Slide 3 - Woordweb

Wat ga je leren

  • Something about the brain and something about coding 
  • Aan het eind van de les kun je twintig stijlmiddelen (retorische middelen) herkennen in een zin via meerkeuzevragen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

3 Welk stijlmiddel heeft de schrijver van deze brief ingezet om zijn punt te
maken?
A eufemisme
B opsomming
C personificatie



1p 4 Which of the following describes the paradox presented in this letter?
A The computer does actually formulate an answer while claiming to be 
B The computer is aware it lacks the ability to solve a particular problem
but refuses to admit that.
C The computer is unwilling to answer a question though that  conflicts unable to do so.
with what it is programmed to do. 

Slide 6 - Tekstslide

Welke stijlmiddelen ken je?

Slide 7 - Woordweb

Leuk, maar wat moet ik hiermee bij Engels?

In leesteksten: er komen vragen voor zoals:
welk stijlmiddel wordt hier toegepast

Slide 8 - Tekstslide

Tekst 3 Is the human brain like a computer?
3.  Welk stijlmiddel heeft de schrijver van deze brief ingezet om zijn punt te maken?
A eufemisme
B opsomming
C personificatie
 4 Which of the following describes the paradox presented in this letter?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Ik heb je al duizend keer gezegd niet zo te overdrijven
A
Climax
B
Hyperbool
C
Paradox
D
Understatement

Slide 16 - Quizvraag

Ik doe het wel. Wát, ik héb het al gedaan!
A
Woordspeling
B
Paradox
C
Antithese
D
Zelfcorrectie

Slide 17 - Quizvraag

Kan er ooit iets goeds uit Drachten voortkomen?
A
Litotes
B
Hyperbool
C
Anticlimax
D
Retorische vraag

Slide 18 - Quizvraag

Hij kwam, zag en overwon
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Climax
D
Tautologie

Slide 19 - Quizvraag

Nu, op tijd

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
Lees blz. 144 en 145 voor jezelf door, voordat je de volgende vragen gaat maken. (NB: ik-boodschap, suggestieve opmerking en ironie mag je overslaan)

Slide 21 - Tekstslide

Het is hier een dolle boel en een gekkenhuis
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Anafoor
D
Repetitio

Slide 22 - Quizvraag

Hij won, door te verliezen
A
Retorische vraag
B
Anafoor
C
Paradox
D
Litotes

Slide 23 - Quizvraag

Ik ben teleurgesteld, gedesillusioneerd.
A
Hyperbool
B
Climax
C
Tautologie
D
Repetitio

Slide 24 - Quizvraag

Lionel Messi verdient 5,5 miljoen per jaar. Dat is een aardig inkomentje.
A
Eufemisme
B
Understatement

Slide 25 - Quizvraag

Mijn dochter is anders begaafd
A
Eufemisme
B
Understatement

Slide 26 - Quizvraag

Hij is zich aan het oriënteren op de arbeidsmarkt.
A
eufemisme
B
understatement

Slide 27 - Quizvraag

Nu: open vragen

Slide 28 - Tekstslide

Je hoort mensen wel eens zeggen dat het in Nederland toch niet zo goed geregeld is.

Slide 29 - Open vraag

Mijn neefje wil piloot worden, terwijl het toch niet zo'n hoogvlieger is op school

Slide 30 - Open vraag

Het zwarte schaap van de familie!

Slide 31 - Open vraag

Mag ik vandaag op de reservebank? Die lui hebben drie van die Orang Oetangs in de verdediging staan.

Slide 32 - Open vraag

Zij is een bloem, een lentebriesje, een zacht kwinkelerende melodie.

Slide 33 - Open vraag

Welk stijlmiddel heeft de schrijver van deze brief ingezet om zijn punt te
maken?
A
eufemisme
B
opsomming
C
personificatie

Slide 34 - Quizvraag

Ik heb geen opvoeding gehad, alleen maar voeding.

Slide 35 - Open vraag

Which of the following describes the paradox presented in this letter?
A
The computer does actually formulate an answer while claiming to be unable to do so.
B
The computer is aware it lacks the ability to solve a particular problem but refuses to admit that.
C
The computer is unwilling to answer a question though that conflicts with what it is programmed to do.

Slide 36 - Quizvraag