comm. calc. herhaling balans bruto en nettowinst

Brutowinst
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Brutowinst

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt onder Liquide middelen?

Slide 2 - Open vraag

Wat kan er vallen onder vaste activa

Slide 3 - Open vraag

Wat is geen voorbeeld van kort vreemd vermogen?
A
crediteuren
B
rekening courant krediet
C
hypotheek

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
- je weet aan het einde wat brutowinst betekent
- je kan de brutowinst berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Brutowinst
verkoopprijs x afzet       =                  omzet
inkoopprijs x afzet                =     inkoopwaarde    -
                                                       -------------------
                                               =      brutowinst
                                                            - alle bedrijfskosten
                                                      --------------------
                                                =         nettowinst

Slide 6 - Tekstslide

Brutowinst
Bijleveld heeft 80 artikelen verkocht
de verkoopprijs is € 50 
de inkoopprijs is € 30
Wat is de brutowinst?


Slide 7 - Tekstslide

Bijleveld heeft 80 artikelen verkocht
de verkoopprijs is € 50
de inkoopprijs is € 30
Wat is de brutowinst?

Slide 8 - Open vraag

Brutowinst
Bijleveld heeft 80 artikelen verkocht
de verkoopprijs is € 50 
de inkoopprijs is € 30
Wat is de brutowinst?

per stuk: € 50 - € 30 = € 20
voor 80 stuks -> 80 x € 20 = € 1.600


Slide 9 - Tekstslide

de nettowinst + bedrijfskosten
is gelijk aan de...
A
omzet
B
brutowinst
C
inkoopwaarde
D
afzet

Slide 10 - Quizvraag

de huur en elektriciteitsrekening
van een bedrijf
zijn een voorbeeld van..
A
brutowinst
B
omzet
C
extra kosten
D
bedrijfskosten

Slide 11 - Quizvraag

de omzet bereken je door..
A
inkoopprijs x afzet
B
inkoopwaarde+ bedrijfskosten
C
verkoopprijs x afzet
D
nettowinst+ inkoopwaarde

Slide 12 - Quizvraag