H3 - Alle quizvragen

Hfdst. 3 PRODUCEREN
Alle quizvragen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hfdst. 3 PRODUCEREN
Alle quizvragen

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder staan vier voorbeelden van productie. 

Is er sprake van formele productie of van informele productie? Sleep de voorbeelden naar het juiste vak.
formele productie
informele productie
De buurman legt in zijn tuin een nieuw gazon aan.
De gemeentelijke plantsoenendienst maakt het park schoon. 
Een fabrikant maakt een nieuw model smartphone. 
Een timmerman beunt bij in de avonduren. 

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is kapitaalintensief?
A
Mensen doen vooral het werk.
B
Machines doen vooral het werk.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe produceert een wijkverpleegkundige?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 4 - Quizvraag

De vier productiefactoren zijn ...

Slide 5 - Open vraag

Welke beloning hoort bij welke productiefactor?
Sleep de beloningen naar de juiste plek.
ondernemersschap
natuur
arbeid
kapitaal
salaris
rente
pacht
huur
winst

Slide 6 - Sleepvraag


Waar is er op de
afbeelding sprake van?
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 7 - Quizvraag


Een machine om straten te leggen is...
A
Automatisering
B
Mechanisatie

Slide 8 - Quizvraag


Als een bedrijf mechaniseert,
zal de arbeidsproductiviteit .......
A
toenemen
B
afnemen

Slide 9 - Quizvraag

De arbeidsproductiviteit in een kapitaalintensief bedrijf zal vaak ....... dan in een arbeidsintensief bedrijf.
A
hoger
B
lager

Slide 10 - Quizvraag


Een bedrijfstak ......
A
geeft aan welke bedrijven in een productieweg voorkomen.
B
zijn alle bedrijven die eenzelfde soort product maken
C
zijn verschillende bedrijven in dezelfde bedrijfskolom
D
zijn de bedrijven waarmee een bedrijf handelt

Slide 11 - Quizvraag


In een bedrijfskolom loopt de .......
van boven naar beneden
A
goederenstroom
B
geldstroom

Slide 12 - Quizvraag

George zegt dat iemand die in deeltijd werkt een lagere arbeidsproductiviteit heeft dan iemand die fulltime werkt.

Klopt dat? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Productiefactoren en de beloning
Om te produceren heb je productiefactoren nodig.
Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.
Combineer de productiefactoren met de beloningen.


Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Huur
Pacht
Winst
Rente

Slide 14 - Sleepvraag


In een bedrijfskolom loopt de .......
van beneden naar boven
A
goederenstroom
B
geldstroom

Slide 15 - Quizvraag

Met welke van de vier P's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 16 - Quizvraag

Met welke van de vier P's heeft deze afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 17 - Quizvraag

Met welke van de vier
P's heeft deze
afbeelding te maken?
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 18 - Quizvraag