H3 Lezen (les 6 do)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je leerwerkboek;
• je schrift en etui;
• je iPad (dicht).

Planning

• Herhalen theorie lezen
• Hoe oefenen / leren?
• Werkmoment
• Afsluiten van de les 
  

Leren uit 1.3 Lezen

• Je kunt de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig toepassen. Ook de leesstrategieën zoekend en studerend horen erbij (p.22/239).
• Je kunt tekstverbanden herkennen m.b.v. signaalwoorden (p. 23).
• Je kunt tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen benoemen (p. 26).
• Je herkent titel, boventitel, ondertitel en kunt het onderwerp benoemen (p. 26).
• Je kunt de hoofdgedachte van een tekst benoemen (p. 27). Je let daarbij op de soort tekst.

Tweedeling of driedeling?

Geeft de laatste alinea nieuwe informatie? 

                Dan hoort het bij de kern. Het is dus een tweedeling.

Rond de laatste alinea de tekst af (samenvatting/conclusie)? 

                Dan hoort het bij het slot. Het is dus een driedeling.

Leren uit 2.3

• Je weet wat een informatieve tekst is en wat het verschil met een betogende tekst is (p. 98).
• Je kent vier soorten informatieve teksten (p. 98).
• Je kent twee soorten interviewverslagen en hun verschillen (p. 99).
• Je kunt de functies van de inleiding benoemen in een tekst (p. 101).
• Je kunt de functies van het slot benoemen in een tekst (p. 101).
• Je kunt het samenvattend tekstverband herkennen (p. 102).

Beschrijving echt gebeurde gebeurtenissen

Informatie over dingen die echt bestaan

Kennis door waarneming / of onderzoek verkregen

Uitleg die je kunt uitvoeren

Leerdoelen 3.3 Lezen

• Je weet wat een betogende tekst is (p. 172).
• Je weet wat argumenten, tegenargumenten en weerleggingen zijn (p. 174).
• Je kan de leesstrategie kritisch lezen toepassen (p. 178).
• Je kan het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen (p. 179/180).

Hoe leren?

• Overzicht Lezen op p. 239 en 240: strategieën, tekstverbanden en signaalwoorden en tekstdoelen.
• Theorie via paginanummers boek van deze LessonUp.

Let op!

Doel: overtuigen (werkwoord, wat de schrijver wil)

Tekstsoort: betogende tekst

Hoe oefenen?

Test jezelf

Extra materiaal op Teams, bij de bestanden, 

in de map Flex lezen.

Werkmoment: paragraaf 3.3

• Maak af de leestaak en Test Jezelf. Leestaak: 20 t/m 24, 26.
  
• Heb je de vorige opdrachten af?  3 t/m 6 en 7 t/m 10 en 15, 16d, 18 en 19.
• Start met leren/oefenen.
• Je mag samenwerken.
• Dinsdag 8 februari toets lezen.

Fictietaak

Afsluiting

• Plan je leermomenten goed in.