In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Welke structuur?
In tweetallen
Volgens welk argumentatieschema zijn de volgende uitspraken opgebouwd?
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Dolfijnen zijn geen vissen, want zij zijn zoogdieren. Zij hebben immers longen.
A
schema a
B
schema b
C
schema c
D
schema d
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Temptation Island is het slechtste vermaak op televisie, want mensen voelen zich beter door andermans ellende. Hun eigen situatie is opeens zo slecht nog niet en het is leuk om te zien hoe iemand anders zichzelf voor schut zet.
A
schema a
B
schema b
C
schema c
D
schema d
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Koen eet nog maar twee keer in de week vlees, want hij weet dat dat beter voor zijn gezondheid is. Ook wil hij geld besparen, want vlees is bij bijna elke maaltijd de grootste kostenpost.
A
schema a
B
schema b
C
schema c
D
schema d
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Volgens de weerman gaat het morgen over de 30 graden worden. Het lijkt me daarom verstandig om vroeg te gaan trainen. Bovendien kunnen we dan ‘s middags gaan zwemmen.
A
schema a
B
schema b
C
schema c
D
schema d
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Zij heeft ruime ervaring in de boekverkoop, want ze heeft al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. Zij is dus de aangewezen persoon voor die baan.
A
schema a
B
schema b
C
schema c
D
schema d
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
De planning van periode 2 is ideaal, want na de laatste proefwerkdag is het meteen vakantie. Bovendien start de toetsweek halverwege de week, dus dan heb een weekend ertussen om in te leren.
A
schema a
B
schema b
C
schema c
D
schema d
Slide 30 - Quizvraag
Frietsaus van Julius, blz. 80 / 81 1) Noteer van elke alinea de kernzin.
Slide 31 - Open vraag
2) Schrijf een korte samenvatting van deze tekst m.b.v. de kernzinnen.
Slide 32 - Open vraag
3) Noteer drie zinnen uit de tekst met een tekstverband > schrijf de zin op, het tekstverband en het signaalwoord.
Slide 33 - Open vraag
4) Zoek een reclamefilmpje van een bekende Nederlander. Kopieer de link van het filmpje (niet de reclame van Ali B, Jan Smit of Renate Gerschtanowitz).
Slide 34 - Open vraag
Ik kan het juiste argumentatieschema kiezen bij een stukje tekst.