Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NT2 A1 aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
HIER DAAR
het-woord
HET
boek
DIT
boek
DAT
boek
+ alle
VERKLEINWOORDEN
DIT
tasje
DAT
tasje
In he
T
, di
T
en da
T
zit een
T
de-woord
DE
tas
DEZE
tas
DIE
tas
+ alle
MEERVOUD
DEZE
bedden
DIE
bedden
De laatste letter van d
E
, dez
E
en di
E
is een
E
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Basisschool
Groep 2
Leerjaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Aanwijzend voornaamwoord
HIER DAAR
het-woord
HET
boek
DIT
boek
DAT
boek
+ alle
VERKLEINWOORDEN
DIT
tasje
DAT
tasje
In he
T
, di
T
en da
T
zit een
T
de-woord
DE
tas
DEZE
tas
DIE
tas
+ alle
MEERVOUD
DEZE
bedden
DIE
bedden
De laatste letter van d
E
, dez
E
en di
E
is een
E
Slide 1 - Tekstslide
Woensdag 12 februari 2025
Rara: Het is blauw en het weegt niks??
LICHT blauw
Wat gaan we doen vandaag?
Oefenen met
die/deze dit/dat
Wat leer je vandaag?
Aan het eind van de les kan ik deze woorden goed
toepassen
in een zin
Slide 2 - Tekstslide
1*Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Als je wijs naar iets dan kan je zeggen:
de zon schijnt door
dit
raam en niet door
dat
raam.
' ik wil
deze
schoenen' of ' ik wil
die
fiets' .
De onderstreepte woorden zijn de
aanwijzende
voornaamwoorden
(dus daar zit het woord (
aan)wijzen
in)
Slide 3 - Tekstslide
een aanwijzend voornaamwoord
is dus een woord dat je gebruikt als je iets aanwijst.
Slide 4 - Tekstslide
Dit, deze, die en dat
Slide 5 - Tekstslide
dichtbij:
Van wie is ..... boek?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 6 - Quizvraag
ver weg:
.... man loopt erg hard
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 7 - Quizvraag
dichtbij:
Van wie is ..... tas?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 8 - Quizvraag
dichtbij:
Waar moet ik .... boek leggen?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 9 - Quizvraag
ver weg:
Waar gaat .... meisje heen?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 10 - Quizvraag
ver weg:
Wie kent .... jongen?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 11 - Quizvraag
dichtbij:
.... hond is lief
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 12 - Quizvraag
dichtbij:
.... potlood moet geslepen worden
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 13 - Quizvraag
ver weg:
jij maakt .... toets
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 14 - Quizvraag
ver weg:
Waar is .... leuke winkeltje?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 15 - Quizvraag
ver weg:
Wie zijn .... jongens?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 16 - Quizvraag
dichtbij:
Waar komen .... meisjes vandaan?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 17 - Quizvraag
ver weg:
Leg jij .... lepels in de la?
A
die
B
deze
C
dit
D
dat
Slide 18 - Quizvraag
Die telefoon is van mijn zus.
Vraag: Is de telefoon dichtbij of ver weg?
A
dichtbij
B
ver weg
Slide 19 - Quizvraag
Dit flesje cola is duur.
Vraag: Is het flesje cola dichtbij of ver weg?
A
dichtbij
B
ver weg
Slide 20 - Quizvraag
Deze ring is van goud.
Vraag: Is de ring dichtbij of ver weg?
A
dichtbij
B
ver weg
Slide 21 - Quizvraag
Oefenen
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
NT2 A1 aanwijzende voornaamwoorden
March 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Basisschool
Groep 2
Leerjaar 1
nt2: dit/dat deze/die
January 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
NT2 aanwijzende voornaamwoorden (les 16 basisgramm)
December 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Basisschool
Groep 2
Leerjaar 1
Taalcompleet A1 Thema Vrije tijd
March 2025
- Les met
51 slides
NT2
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Thema 5 / Taak 2: Een briefje in de flat
2 days ago
- Les met
21 slides
NT2
ISK
nt2: dit/dat deze/die
November 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
nt2: dit/dat deze/die
February 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Aanwijzend voornaamwoord
October 2023
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 6