Oppervlakte en omtrek

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat....
  1. de oppervlakte van een voorwerp is 
  2. de omtrek van een voorwerp is 

Slide 2 - Tekstslide


oppervlakte is er op
en
omtrek  is er omheen



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Je plaatst een hek om de tuin.

We hebben het dan over de:
A
Omtrek
B
Oppervlakte

Slide 5 - Quizvraag

Ik ga mijn dak bedekken met nieuwe dakpannen.

We hebben het dan over de:
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 6 - Quizvraag

Ik wil om de hele buitenkant van de tuin een lang lint met gekleurde lampjes ophangen.

We hebben het dan over de:
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 7 - Quizvraag

Ik wil het plafond van de huiskamer witten.

We hebben het dan over de:
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 8 - Quizvraag

Ik ga het schoolplein helemaal opnieuw betegelen met rubberen tegels én ik zet er een hek omheen.

We hebben het dan over de:
A
Omtrek
B
Oppervlakte
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 9 - Quizvraag

werkblad

Kleur bij elke afbeelding
de omtrek oranje
de oppervlakte blauw

Slide 10 - Tekstslide

Oppervlakte
Hoe bereken je de oppervlakte?

lengte x breedte = oppervlakte

Dat noem je:
m² = vierkante meter

Slide 11 - Tekstslide

Oppervlakte

Slide 12 - Tekstslide

Hoe reken je op de oppervlakte van een figuur uit?
4
A
lengte + breedte
B
lengte x breedte
C
lengte x diepte
D
lengte x hoogte

Slide 13 - Quizvraag

De oppervlakte van de klas meet je in
6
A
cm2
B
m2
C
dm2
D
ha

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de
oppervlakte
van dit figuur?
1
A
6 cm²
B
12 cm²
C
10 cm²
D
8 cm²

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de
oppervlakte
van dit figuur?
3
A
9 cm²
B
12 cm²
C
10 cm²
D
18 cm²

Slide 16 - Quizvraag

Ik heb een rechthoek van 6 cm bij 10 cm. De oppervlakte van deze rechthoek is?
7
A
60 cm2
B
32 cm2
C
40 cm2
D
24 cm2

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag!
In tweetallen:

De docent geeft aan van welk vlak je de 
oppervlakte en omtrek moet berekenen.
- schrijf het antwoord op 
- schrijf de de rekensom op
- schrijf een voorbeeld op waarom het belangrijk kan zijn om de oppervlakte en omtrek van het vlak te berekenen
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide