3.2 - A - Samenleving en cultuur


3.2 - De Romeinse 
samenleving

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


3.2 - De Romeinse 
samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke sociale verschillen er waren in het rijk. 

  • Je kunt uitleggen hoe het ging met de economie van het rijk.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • De Romeinse samenleving
  • Grootgrondbezitters
  • Arme Romeinen
  • Quiz
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide


De Romeinse samenleving

  • Het Romeinse Rijk is een landbouwstedelijke samenleving: de meeste mensen leven op het platteland.  Er waren grote verschillen tussen arm en rijk: sociale verschillen. 
  • In de stad was er sprake van handel en nijverheid.  Er werd gebruik gemaakt van een munt als betaalmiddel. De Pax Romana en de goede wegen zorgden voor de bloei van het Romeinse Rijk. In de stad waren werkplaatsen, winkels en markten. 

Slide 4 - Tekstslide

Grootgrondbezitters
Rijke romeinen hadden een villa. Je ziet hier een villa rustica. Rijke romeinen werden de elite genoemd. Zij waren senator. Daarnaast werden ze rijk van het opkopen van grond. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 5 - Tekstslide








Arme Romeinen (proletariërs)
De meeste Romeinen waren arm, zij trokken naar de stad en woonden in een insula. Zij waren als arme boer opgekocht door grootgrondbezitters en zochten nu werk in de stad. Sommigen werkten als slaven in een mijn. Anderen werden gedwongen tot gladiator.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30

Slide 6 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 10 - Tekstslide

Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 

Slide 11 - Tekstslide

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 12 - Tekstslide

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 15 - Tekstslide

Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 16 - Sleepvraag

Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen

Slide 17 - Sleepvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 18 - Quizvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 19 - Quizvraag

Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van een agrarisch-stedelijke samenleving?

A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin agrariërs (boeren) ook in de stad leven.

Slide 21 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • We gaan nu gezamenlijk paragraaf 3.2 doorlezen. 

  • Daarna ga je aan de slag met opdracht 1a, 1b, 1c, 1e, 2a, 4a en 4c.

  • Ben je klaar? Maak opdracht 6 en 7 op pagina 62. Ook klaar? Maak opdracht 3 op pagina 64.

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe en waardoor de Romeinse economie bloeide.

  • Je kunt uitleggen welke sociale verschillen er waren in het rijk. 

Slide 23 - Tekstslide