LV1 periode 1 week 2

Week 2
- Je weet het geslacht van een woord
- Je kunt het meervoud maken
- Je kent de lidwoorden
- Je kunt vragen hoe het met iemand 
   gaat
- Je kunt tot 10 tellen
- Je kent het persoonlijk 
   voornaamwoord
- Je kunt een zin maken met het 
   werkwoord zijn
- Je kunt een zin ontkennend maken
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 2
- Je weet het geslacht van een woord
- Je kunt het meervoud maken
- Je kent de lidwoorden
- Je kunt vragen hoe het met iemand 
   gaat
- Je kunt tot 10 tellen
- Je kent het persoonlijk 
   voornaamwoord
- Je kunt een zin maken met het 
   werkwoord zijn
- Je kunt een zin ontkennend maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten week 2
Maken:
MP H1
TB 4a, 5 en 6 (pag 11-13)
WB 4-11 (pag 9-11)

11b: Stel jezelf voor in de volgende les
Leren:
woordenlijst 
tot de 2e asterisk (*) 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij
u


yo
él
ella
usted
nosotros, nosotras
vosotros, vosotras
ellos, ellas
ustedes
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser / ser de
persoonlijk voornaamwoord (ik, jij, etc) alleen bij nadruk
Yo soy Alba, ella es Lidia. (ík ben Alba, zij is Lidia)

In Latijns-Amerika gebruikt men ustedes i.p.v.  vosotros
Ook gebruikt men vaker usted dan 

Let op:
bij nosotras, vosotras, ellas = groep met alleen vrouwen
Vanaf 1 man wordt de hele groep mannelijk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser 
ik
yo
soy
jij
eres
hij / zij / u
él / ella / usted
es
wij
nosotros
somos
jullie
vosotros
sois
zij / u (mv)
ellos / ustedes
son

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser / ser de
ser         = zijn
ser de   = komen uit

Soy Alba, soy de Valladolid.
Ella es Lidia, es de Madrid.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zinnen ontkennend maken
no = niet

ontkenning (no) direct voor het vervoegde werkwoord
No soy Lidia.
Ella no es Alba.

Let op! No betekent ook "nee"
No, no soy Lidia, soy Alba. (Nee, ik ben niet Lidia, ik ben Alba)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Ser = zijn
Ser de = komen uit

Soy Josefina
Soy de Málaga
MP TB pag 12 tarea 5b + c 
Luister naar de vier fragmenten.
b. schrijf op waar iedereen vandaan komt
c. vul het schema aan



meerdere keren luisteren is prima (minimaal 2-3x is normaal)
1
2
3
4

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 9 tarea 5
Luister en corrigeer de telefoonnummers.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB pag 10 tarea 8
Luister naar de zinnen en kruis aan over welke persoon of personen het gaat.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling week 1

Maak de volgende opdrachten in deze LessonUp om te controleren of je de stof van vorige week beheerst

Na de opdrachten vind je nog enkele slides met video's, uitleg en voorbeelden m.b.t. uitspraak en m/v, meervoud en de lidwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

casa
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

noche
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

día
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

moda
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

fútbol
A
el
B
la
C
los
D
las

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel lidwoord aan zelfstandig naamw.
el
la
los
las
culturas
tarde
banco
museos

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
¿Qué tal?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
la alimentación

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
¿Qué?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
Buenos días

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
¿Cómo se llama usted?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
hasta pronto

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
la música

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal :
el deporte

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Nogmaals de uitleg over de uitspraak van de letters in het Spaans
MP TB pag 8

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

el abecedario
j     = G (jefe)
ll    = J (Mallorca)
ñ    = NJ (oranje > España)
qu = K (queso) Na de q komt altijd een u!
u    = OE (Uruguay)
v     = B (Barcelona, Valencia)
y     = J  (Uruguay)
z     = TH (of S in Latijns-Amerika) (zumba)



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

el abecedario
c + a, o, u = K (cacao, Colombia, Cuba)
c + i, e       = TH (of S in Latijns-Amerika) (centímetro, cinco)

g + a, o, u = G (gamba, golf, Guatemala)
g+ i, e        = CH (Gibraltar, general)
gue / gui  = G (de U spreek je niet uit: guerrilla, guitarra)



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Nogmaals de uitleg over de lidwoorden en het meervoud in het Spaans
Het zelfstandig naamwoord
Mannelijk

woorden eindigend op:
-o
Vrouwelijk

woorden eindigend op:
-a
-dad
-ión

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden eindigend op een klinker (a, e, i, o, u)                +s
woorden eindigend op een medeklinker                           +es

chico                      chicos
casa                        casas
hotel                       hoteles
Het meervoud

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lidwoord
Mannelijk

de/het
el

een
un
Vrouwelijk

de/het
la

een
una

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het lidwoord (meervoud)
Mannelijk

de/het
los

- / sommige
unos
Vrouwelijk

de/het
las

- / sommige
unas

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden eindigend op een klinker (a, e, i, o, u)                + s
woorden eindigend op een medeklinker                           es

el chico                     los chicos
la casa                       las casas
el hotel                      los hoteles
la ciudad                  las ciudades
Het lidwoord

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 38 - Video

Enkele voorbeelden om het meervoud te maken