Les 5 par 4.7.4 omzetsnelheid

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Periode 4

Logistiek (module 5)

- 2 uur in de week

- Boek: FD B1

- H 3 t/m 5

- Afsluitende toets 23 juni 

- Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Theorie herhaling
  2. Opdrachten bespreken
  3. Start H5
  4. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Logistiek

Logistiek = Het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van goederenstromen.


Slide 4 - Tekstslide

Module 5

B1-K1- W2 Verwerkt gegevens met informatiesystemen

(H3 & H4)

B1- K1- W3 Voert logistieke werkzaamheden uit

(H5)



H3 Verwerken van ontvangst -en opslaggegevens



Slide 5 - Tekstslide

Economische voorraad

Economische voorraad uitrekenen:


Technische (fysieke) voorraad =                              300 flessen

+ lopende inkooporders (bestelde) =                      80 flessen

- lopende verkooporders (gereserveerde) =      120 flessen


Economische voorraad =                                            260 flessen (voorraad waar je prijsrisico over loopt)

Slide 6 - Tekstslide

Optimale bestelhoeveelheid
Je moet daarom zoeken naar
de optimale bestelhoeveelheid =

Die hoeveelheid waarbij per
periode de som van de bestelkosten en de 
voorraadkosten minimaal is.



Slide 7 - Tekstslide

Formule omzetsnelheid

OS =       Inkoopwaarde omzet  €     =  …….keer (per jaar)

                Gemiddelde voorraad  €


hoe vaak wordt de gemiddelde voorraad verkocht


IWO = Inkoopprijs van de verkochte producten

Gemiddelde voorraad = waarde van de gemiddelde voorraad







Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld omzetsnelheid

IWO = € 360.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad = € 24.000,-


OS =   360.000  =   15 keer per jaar

                24.000

Slide 9 - Tekstslide

omzetsnelheid

IWO = € 300.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad = € 30.000,-



Slide 10 - Tekstslide

Antwoord OS

IWO = € 300.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad = € 30.000,-


OS =   300.000  =   10 keer per jaar

                30.000

Slide 11 - Tekstslide

Gemiddelde voorraad

Gemiddelde voorraad (€) kan op twee manieren worden berekend.


1 = 2 meetmomenten

2 = meer dan 2 meetmomenten

Slide 12 - Tekstslide

2 meetmomenten

Bijvoorbeeld 1 jan. & 31 dec.

Voorraad op 1 januari = € 22.000,-

Voorraad op 31 december = € 26.000,-

Gem. voorraad =    22.000 + 26.000      = € 24.000,-

                                                   2



Slide 13 - Tekstslide

3 of meer meetmomenten

Voorraad op 1 januari = € 20.000,-

Voorraad op 1 juli = € 26.000,-

Voorraad op 31 december = € 24.000,-


Gemiddelde Voorraad =

½ x 20.000 + 1 x 26.000 + ½ x 24.000 = € 24.000,-

                        ½ + 1 + ½



Slide 14 - Tekstslide

Bespreken

Boek: FD B1

Hoofdstuk: 4

Opdracht: 4.15 t/m 4.22

Slide 15 - Tekstslide