H4 omzetsnelheid omzetduur JNLS


waarde voorraad 1-1 €320.000,
waarde voorraad 31 dec €280.000,
omzet €1.300.000. Bereken de omzetsnelheid
1 / 26
volgende
Slide 1: Open vraag
GoederenstroomMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


waarde voorraad 1-1 €320.000,
waarde voorraad 31 dec €280.000,
omzet €1.300.000. Bereken de omzetsnelheid

Slide 1 - Open vraag

leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
1. de omzetsnelheid berekenen bij een gegeven brutowinstpercentage. 

Slide 2 - Tekstslide

Noem een aantal doelen van de voorraadadministratie.

Slide 3 - Open vraag

1. kosten beperken -> winst

2. voorraad aantallen optimaal -> niet te weinig of te veel.

3. bepalen hoe snel Vgemiddeld wordt verkocht 

-> omzetsnelheid

4. bepalen hoe lang artikel op voorraad -> omzetduur

doelen voorraadadministratie

Slide 4 - Tekstslide

Waarom willen we de omloopsnelheid weten?
Met behulp van de omloopsnelheid kunnen we bepalen ...
  • welke plaats een artikel moet hebben in het magazijn en
  • hoeveel ruimte ervoor gereserveerd moet worden.
omloopsnelheid = omzetsnelheid

Slide 5 - Tekstslide

Omzetsnelheid (OS)
Omzetsnelheid = hoe vaak de gemiddelde voorraad verkocht wordt

Slide 6 - Tekstslide

Formule omzetsnelheid

OS =       Inkoopwaarde omzet  €     =  …….keer (per jaar)

                Gemiddelde voorraad  €



IWO = Inkoopprijs van de verkochte producten

Gemiddelde voorraad = waarde van de gemiddelde voorraad (vaak tegen inkoopwaarde)







Slide 7 - Tekstslide

De brutowinst is 10% van de omzet. De omzet is €100.000. Hoeveel euro is de inkoopwaarde omzet?

Slide 8 - Open vraag

omzetsnelheid met brutowinst%

gemiddeld brutowinstpercentage 30%

omzet = € 300.000,- per jaar

Gemiddelde voorraad (inkoopwaarde) = € 24.000,-

OS =   ??

€300.000 / 100 x 70 = €210.000. €210.000 / €24.000 = 8,75.

Slide 9 - Tekstslide

brutowinstpercentage 25%, omzet p/j = € 500.000,- Gemiddelde voorraad (inkoopwaarde) = € 25.000,-
Wat is de omzetsnelheid?

Slide 10 - Open vraag

IWO betekent....


A
Integrale Winst Optimalisatie
B
Inkoopwaarde van de omzet
C
Inkopen, Winst en Omzet
D
Inkopen en Werkelijke Opslagduur

Slide 11 - Quizvraag

Met welke formule wordt de omzetsnelheid berekend?
A
Gemiddelde voorraad : inkoopwaarde omzet
B
Gemiddelde voorraad : omzetduur
C
Inkoopwaarde omzet : gemiddelde voorraad
D
Omzetduur : gemiddelde voorraad

Slide 12 - Quizvraag

aan de slag
maak de opgaven (zie PowerPoint)

Slide 13 - Tekstslide

Een winkel heeft een omzet van €10.000. De brutowinst is 20%. De gemiddelde voorraad tegen inkoopwaarde is €1.000. Wat is de omzetsnelheid?

Slide 14 - Open vraag

leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
1. de omzetsnelheid berekenen bij een gegeven brutowinstpercentage. 
2. De opslagduur berekenen bij een gegeven begin- en eindvoorraad.

Slide 15 - Tekstslide

Maar.......
hoe doe je dit als de inkoopwaarde omzet niet direct bekend is?

Slide 16 - Tekstslide

InkoopWaarde omzet
Omzet = €26.000,00 Brutowinstmarge = 40 % 




1. 100% - 40% = 60%
2. €26.000 /100 x 60 = €15.600
Omzet
€26.000
100%
-
bruto winst
40%
=
IWO
€ ?

Slide 17 - Tekstslide

InkoopWaarde omzet
Omzet = €26.000,00 Brutowinstopslag = 60 % 




1. 100% + 60% = 160%
2. €26.000 /160 x 100 = €16.250
Omzet
€26.000
-
bruto winst
60%
=
IWO
€ ?
100%

Slide 18 - Tekstslide

Opslagduur =
Hoelang producten gemiddeld op voorraad hebben gelegen, voordat ze verkocht werden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

aan de slag
maak de opgaven (zie PowerPoint)

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel dagen is de omzetduur?
Omzetsnelheid is 5 keren, IWO is €16.250, Vgemiddelde is €3.250
A
144 dagen
B
72 dagen
C
73 dagen

Slide 22 - Quizvraag

Bij het berekenen van de gemiddelde voorraad moet je bij 5 meetmomenten van de voorraadwaarden delen door....
A
5
B
4
C
3
D
2

Slide 23 - Quizvraag

Welke stelling(en) is/zijn juist?
I Een vaste verrekenprijs (VVP) wordt per jaar vastgesteld.
II De VVP is hetzelfde als de inkoopprijs.

A
I is juist, II is juist
B
I is juist, II is onjuist
C
I is onjuist, II is juist
D
I is onjuist, II is onjuist

Slide 24 - Quizvraag

IWO betekent....


A
Integrale Winst Optimalisatie
B
Inkoopwaarde van de omzet
C
Inkopen, Winst en Omzet
D
Inkopen en Werkelijke Opslagduur

Slide 25 - Quizvraag

Met welke formule wordt de omzetsnelheid berekend?
A
Gemiddelde voorraad : inkoopwaarde omzet
B
Gemiddelde voorraad : omzetduur
C
Inkoopwaarde omzet : gemiddelde voorraad
D
Omzetduur : gemiddelde voorraad

Slide 26 - Quizvraag