H2 Debat: Les 1

H2 Debat: Les 1
Hoe voer je een Lagerhuisdebat?
Hoe overtuig je iemand in een debat?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H2 Debat: Les 1
Hoe voer je een Lagerhuisdebat?
Hoe overtuig je iemand in een debat?

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Opening
  • Uitleg: Lagerhuisdebat
  • Filmpje & Kijkopdracht
  • Uitleg: Overtuigingstechnieken
  • Oefendebat 1 en 2

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is het verschil tussen een debat en een discussie met vrienden?

Slide 4 - Open vraag

Lagerhuisdebat
Een debat is een discussie waarin de sprekers een stelling verdedigen of juist aanvallen. Een debat heeft duidelijke regels.
Een speciale vorm is een Lagerhuisdebat. Daarin debatteren twee teams over een stelling. De bedoeling is het publiek te overtuigen van een mening.

Voor een Lagerhuisdebat gelden speciale regels:
  • Er is bepaald welk team vóór en welk team tegen de stelling is.
  • De teams zitten tegenover elkaar.
  • Het debat heeft een afgesproken tijd, vaak is dat tien minuten.
  • Als je iets wilt zeggen, ga je staan en wacht je totdat je de beurt krijgt van de debatleider.
  • Een jury bepaalt na afloop welk team wint.

Slide 5 - Tekstslide

Kijkopdracht bij filmpje
Je kijkt zo een stukje van een Lagerhuis-uitzending: het debat van 4:06 tot 10:35. Pak je schrift en noteer tijdens het kijken:

  1. Hoe proberen de sprekers het publiek te overtuigen?
  2. Wie vind jij het meest overtuigend en waarom?
            (De sprekers hebben een naamkaartje.)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Hoe proberen de sprekers het publiek te overtuigen?

Slide 8 - Open vraag

Wie vind jij het meest overtuigend en waarom?

Slide 9 - Open vraag

Overtuigen in een debat
  • Noem verschillende argumenten om je mening te onderbouwen.
  • Ondersteun een argument met een voorbeeld, anekdote, uitleg of grapje.
  • Weerleg de argumenten van de tegenstander: vertel waarom die niet kloppen of waarom je het er niet mee eens bent.

  • Let op je lichaamstaal: sta rechtop en gebruik handgebaren om je woorden te ondersteunen.
  • Gebruik passende gezichtsuitdrukkingen.
  • Spreek luid en duidelijk, en niet te snel of te langzaam.
  • Kies een krachtige formulering: vermijd stopwoordjes en verzwakkende woorden zoals misschien, soms, eventueel, ik denk.

Slide 10 - Tekstslide

Lagerhuisdebat: regels
  • Wie het woord wil, staat op.
  • Spreken mag zodra de debatleider je het woord geeft.
  • Onderbreken is niet toegestaan, elke beurt loopt via debatleider.

Slide 11 - Tekstslide

Oefendebat 1
Stelling: Er moeten telefoonvrije dagen komen op Het Streek.
  • voor: Charlotte, Dana, Ela, Elise, Adrian, Berndt, Tim
  • tegen: Emma, Fabian, Hanna, Jay, Justin, Lars, Lieke
  • jury: rest van de klas

Twee minuten voorbereidingstijd:
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Oefendebat 2
Stelling: Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.
  • voor: Joylien, Mara K, Mara R, Marit, Nienke, Roan, Simon
  • tegen: Dylan, Tijn, Mattanja, Sophie, Veerle, Vera, Yara
  • jury: rest van de klas

Twee minuten voorbereidingstijd:
timer
2:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Huiswerk voor dinsdag
Bereid je debat voor de volgende les voor. Zoek minimaal drie argumenten voor en tegen. Noteer bij elk argument ook een uitleg en/of een voorbeeld.

Stelling: Dierentuinen moeten verboden worden.


Stelling: Er moeten aparte klassen komen voor jongens en meisjes.

Slide 16 - Tekstslide

Ballondebat: ronde 1
Drie bekende personages vertellen om de beurt waarom het belangrijk is dat zij in de luchtballon blijven.

De rest van de leerlingen mag een stem uitbrengen: wie gooien we uit de ballon?

Slide 17 - Tekstslide

Wie gooien we uit de ballon?
Personage 1
Personage 2
Personage 3

Slide 18 - Poll

Ballondebat: ronde 2
De twee overgebleven bekende personages vertellen om de beurt waarom het niet zo erg is als de ander uit de ballon gaat.

De rest van de leerlingen mag een stem uitbrengen: wie gooien we uit de ballon?

Slide 19 - Tekstslide

Wie gooien we uit de ballon?
Personage 1
Personage 2

Slide 20 - Poll